SAMENVATTING VAN DE BESLOTEN INFORMELE RAADSVERGADERING D.D. 4 JANUARI
1988.
Aanwezig: de voltallige gemeenteraad en de gemeentesecretaris.
1
De VOORZITTER (loco-burgemeester J. van Gils) deelt mede dat
mevrouw W. Hout-Moermond schriftelijk heeft laten weten verhinderd te
zijn bij de raadsvergaderingen van 12 en 19 januari 1988.
2.
De door de secretaris opgestelde notitie over de benoemings
procedure van de nieuwe burgemeester wordt vooralsnog voor kennisge
ving aangenomen, maar zal overigens worden betrokken bij de verdere
gedachtenwisselingen daaromtrent
3.
De VOORZITTER zegt dat het overhandigen van de profielschets
aan de Commissaris der Koningin zal plaatshebben in een openbare ver
gadering. De toegezonden profielschets moet nadrukkelijk worden gezien
als een aanzet om te komen tot een definitieve schets. Omdat de pro
fielschets moet bevatten de eisen van bekwaamheid en geschiktheid zijn
heel bewust twee elementen niet in het ontwerp opgenomen, te weten de
godsdienstige gezindte en de politieke gezindte.
De heer VAN HARTEN spreekt zijn erkentelijkheid uit voor het
feit dat er op zo'n korte termijn nog een stuk aan de gemeenteraad is
aangeboden; dit bevordert de gedachtenwisseling en de besluitvorming.
Niettemin heeft hij een aantal kanttekeningen en aanvullingen. Hij
somt deze op en besluit met te zeggen dat voor de C.D.A.-fraktie
iedereen benoembaar is die voldoet aan de profielschets. De te benoe
men burgemeester hoeft op voorhand niet een C.D.A.'er te zijn. Bij ge
lijkheid van kwaliteit gaat evenwel de voorkeur uit naar iemand van
C.D.A.-huizeHij meent dat zulks gerechtvaardigd is op basis van de
plaatselijke politieke verhoudingen, de provinciale en landelijke ver
kiezingsuitslagen en de politieke verhoudingen binnen het College, met
inbegrip van de secretaris.
Op voorstel van de VOORZITTER wordt besloten eerst te komen
tot een oordeelsvorming over de politieke gezindte.
De heer VAN DER WESTERLAKEN zegt dat de kwaliteit voorop
staat en dat de politieke gezindte secundair is.
De heer WILLEMSEN heeft geen uitgesproken voorkeur voor de
politieke richting; zo hij toch een voorkeur zou moeten aangeven dan
zou de burgemeester ook kunnen komen uit de kringen van de niet-lande-
lijk gebonden partijen.
De heer POSTHUMA deelt de mening van de heer Van Harten dat
kwaliteit van de nieuw te benoemen burgemeester voorop moet staan. In
tegenstelling tot de heer Van Harten meent hij dat de politieke ver
houding in Nieuw-Ginneken geen argument of maatstaf kan zijn, omdat
immers in de gemeenteraad van Nieuw-Ginneken, naast de landelijk ver
tegenwoordigde politieke partijen, 7 leden zitting hebben voor lokale
partijen. Ook de College-samenstelling acht hij niet relevant omdat
deze van tijdelijke aard is; over enkele jaren zouden er best eens
veranderingen kunnen zijnOok geen rol mag spelen het gegeven dat de
secretaris lid is van een politieke partijtemeer niet daar het hier
geen politieke functie betreft.
De heer TEUNISSEN zegt dat de kwaliteit voor de politieke
gezindte moet gaan.
Ook de heer H. VAN GILS is die mening toegedaan. Naar zijn
mening staat de kwaliteit los van datgene wat politieke partijen op
landelijk of provinciaal niveau vinden ten aanzien van de politieke
overtuiging van de nieuw te benoemen burgemeesters.