-2-
In zijn brief kondigt hij aan dat hij vanaf dit moment een intensieve samenwer
king aan zal gaan met de fraktie van de V.V.D. De vraag is dan waarin die samen
werking zich onderscheidt van de samenwerking tot dit moment. In de brief van de
heer Paulussen is sprake van bepaalde regels. De vraag is welke regels dit zijn
en wie ze heeft vastgesteld. De vraag werpt zich op voor welk programma de heer
Paulussen zich zal gaan inzetten, dat van de V.V.D. of dat van Gemeentebelangen
Ulvenhout. In de plaatselijke bladen heeft namens de heer Paulussen en de
V.V.D.-fraktie de mededeling gestaan dat de groepering Gemeentebelangen Ulven
hout is opgeheven; de vraag is of dit besluit ook door de achterban van die
groepering wordt gedragen. In de verkiezingsfolder voor de laatste verkiezingen
wordt gemeld dat Gemeentebelangen Ulvenhout een groepering is waarin vertegen
woordigers van landelijke politieke partijen zijn samengegaan. Die pluriforme
samenstelling in aanmerking genomen acht de heer Paulussen het toch juist met
een van die landelijke partijen een intensieve samenwerking aan te gaan.
De heer WILLEMSEN stelt dat de aktie van de heer Paulussen ook de
twee andere gemeentelijke belangengroeperingen in een bepaald daglicht stelt.
Het halverwege de zittingsperiode van de Raad aankondigen verder te zullen
samenwerken met een landelijke politieke partij tast de geloofwaardigheid in de
plaatselijke belangengroeperingen aan. Hij vraagt zich daarom af of de heer
Paulussen zich wel heeft gerealiseerd welke consequenties zijn daad voor de an
dere gemeentelijke belangengroeperingen zal hebben.
De heer VAN HULST beperkt zich in zijn commentaar tot de medede
ling dat zijn fraktie voor de handelwijze van de heer Paulussen geen goed woord
over heeft.
De heer VAN HARTEN schetst het gevoel van teleurstelling dat zijn
fraktie heeft bij deze brief. Enerzijds omdat zes van de zeven frakties in deze
Raad een samenwerkingsverband waren aangegaan, neergelegd in de motie van 29
april 1986. De vraag werpt zich op waarom twee partners binnen dat samenwer
kingsverband een nog nauwere samenwerking moesten aangaan; ging het zo slecht?
Ook hem was het opgevallen dat Gemeentebelangen Ulvenhout zich presenteerde als
een groepering waarin zich een aantal landelijke politieke stromingen vereenig-
de. Waarom dan in één bepaalde richting doorgeschoten; is dat wel fair tegenover
de achterban? Bij de Algemene Beschouwingen rond de begroting 1988 zei de heer
Paulussen nog: "Zal de landelijke politiek nog verder greep krijgen op het ge
meentebestuur of zal de bevolking de voorkeur geven aan de "echte" afgevaardigde
uit onze gemeenschap. Die "echte" afgevaardigden zijn nu eenmaal beter op de
hoogte van de belangen van de mensen en onafhankelijk van de landelijke politiek
en kunnen daarom met meer inzet die belangen behartigen. Nu genoeg over poli
tiek, de tijd zal het leren."; einde citaat. De tijd heeft het geleerd. Dat
neemt niet weg dat er nog enkele vragen resten. Op welke titel heeft de heer
Paulussen zitting in een aantal commissies; is dat namens Gemeentebelangen
Ulvenhout -in staat van ontbinding-, namens de V.V.D.-fraktie of namens zich
zelf? In het laatste geval is hij op die titel gekozen.
De heer VAN YPEREN merkt op dat zich wel meer partij-wisselingen
hebben voorgedaan binnen deze Raad. Wat hem nu echter opvalt is dat iemand na
dertien jaar lokale politiek overstapt naar een landelijke politieke partij om
dat dat hem een veel bredere visie op de gemeentelijke politiek zou verschaf
fen. Maar de heer Paulussen is nu juist gekozen op basis van een plaatselijke
belangenvertegenwoordiging terwijl ook die landelijke politieke partijen
verkiesbaar waren. Dat brengt spreker tot de conclusie dat de heer Paulussen uit
politiek-etische overwegingen zijn plaats in de Raad moet afstaan aan de tweede
of derde vertegenwoordiger van de lijst Gemeentebelangen Ulvenhout.
De heer PAULUSSEN gaat in op de aan hem gestelde vragen. Dat hij
gaat samenwerken met de V.V.D.-fraktie is juist. De regels die hij daarbij in
acht neemt betreffen de Kieswet, waarin wordt bepaald dat een gekozene niet op
treedt namens een politieke groepering maar namens de kiezers. Hij blijft de be
langen van die kiezers behartigen maar nu vanuit een ruimere landelijke politie
ke visie dan de tot dan toe gevolgde plaatselijke politieke visie. Hij heeft de
wens zijn maatschappelijk functioneren te optimaliseren binnen een breder kader
dan tot dan toe mogelijk was. Daarmee is zijn politieke stellingname bepaald.