De VOORZITTER schorst de vergadering voor een korte koffie-pauze. Na heropening van de vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde: 9. VOORSTEL GEEN BEZWAAR TE MAKEN MET BETREKKING TOT DE ONTWERP-BEGROTING 1988 VAN HET WOONWAGENSCHAP BREDA. De heer PAULUSSEN signaleert een grote discrepantie tussen het be drag per woonwagenstandplaats en het bedrag dat de gemeente per hoofd van de be volking uitgeeft aan ouderenbeleid. Hij vraagt hoe de gemeente na 1990 zal voor zien in de financiële middelen voor het woonwagenbeleid. De heer ZWIJNENBURG spreekt zijn waardering uit voor de werkzaamhe den van het Woonwagenschap en die van de individuele medewerkers daarvan. Veel waardering ook heeft hij voor de wijze waarop het Woonwagenschap kans heeft ge zien het vervallen van de rijksbijdrage binnen de begroting op te vangen. Het is hem duidelijk dat deze organisatie naar de toekomst wordt afgebouwd, toch be vreemdt het hem dat nu juist de funktie van de Pastor is komen te vervallen. Hij f| vraagt welke overwegingen daartoe hebben geleid. De gedachte achter de opmerking van de heer Paulussen wordt door wethouder ROPS niet geheel begrepen. Hoe de financiering van het Woonwagenwerk na 1990 zal verlopen valt op dat moment niet geheel te overzien. Tegen het in de begroting vastgelegde ontslag van Pastor Verdiesen is door de gemeente Nieuw-Ginneken bezwaar gemaakt. Dit is overigens door de overige 21 deelnemende gemeenten voor kennisgeving aangenomen. Wanneer er een vergelijking wordt gemaakt tussen de gelden die be steed worden aan het Woonwagenschap en aan het welzijnswerk voor ouderen dan is de heer PAULUSSEN van mening dat deze laatste categorie er maar bekaaid vanaf komt Wethouder ROPS wijst erop dat de Stichting Welzijn Ouderen wordt gesubsidieerd met het niet geringe bedrag van f 106.000, De heer ZWIJNENBURG begrijpt dat de gemeente Nieuw-Ginneken alleen staat waar het het ontslag van Pastor Verdiesen betreft. Hij betreurt het dat een door de gemeente gesubsidieerde instelling op een dergelijke manier omgaat met haar medewerkers. Hij vraagt of er voor dit en soortgelijke ontslagen een afvloeiingsregeling van kracht is. De VOORZITTER antwoordt dat er inderdaad een afvloeiingsregeling van kracht is voor de medewerkers van het Woonwagenschap; desalniettemin zal het schap naar een motivatie voor dit ontslag gevraagd worden. Van het antwoord zal de Raad in kennis worden gesteld. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agen da is voorgesteld. 10. VOORSTEL TOT HET 0NGEGR0NDVERKLAREN VAN HET BEROEPSCHRIFT VAN A.J.M. HERMANS TEGEN WEIGERING VAN EEN BOUWVERGUNNING. De voorzitter van de bezwarencommissie, de heer VAN YPEREN, zegt ter toelichting dat de heer Hermans de huur van het betreffende terreingedeelte heeft opgezegd waardoor het probleem zichzelf heeft opgelost. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agen da is voorgesteld. -7-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 70