De heer HOUBEN: "Hij moet dus wel herkenbaar zijn voor Nieuw-Ginneken als Brabander begrijp ik". In antwoord daarop zegt de VOORZITTER nogmaals dat hij geen Brabander hoeft te zijn, hij moet zich kunnen vinden in de gevoelens van de Brabander. Daarna stelt de VOORZITTER de leden van de Raad in de gelegenheid vragen te stellen De heer VAN HARTEN: "Ik zou aan de heer Houben willen vragen wat in de regel het aantal kandidaten is dat doorschuift naar de vertrouwenscommissie en of u bij het doorschuiven van de kandidaten ook vast een doorsnee maakt van het aantal politieke stromingen". De heer HOUBEN: "Het hangt weer van elke gemeente af hoeveel kandidaten er doorgestuurd worden. Ik kan niet op voorhand het exacte aantal zeggen. Het is afhankelijk van de sollicitanten en diverse zaken. Door de bank genomen 'zal het een getal zijn tussen de 5 en 10 sollicitanten. Uw tweede vraag, of de politieke verhoudingen ook mee zullen spelen in het door sturen van kandidaten, kan ik bevestigend beantwoorden. Hoe die verhouding precies zal liggen kan ik u ook nog niet zeggen want ik ben het met u eens dat de kwaliteit natuurlijk voorop moet staan". De heer VAN GILS: "Kunnen er buiten deze 41 sollicitanten nog andere kandidaten komen, mensen uit de Tweede Kamer of mensen die op de een of andere manier tijdelijk buiten de po litiek zijn geraakt? Kunnen die alsnog, ondanks het feit dat de procedure geslo ten is, mogelijk door de Minister zelf toegevoegd worden?" De heer HOUBEN: "De bedoeling van de sollicitatie-termijn is dat men zich daar aan houdt. We zien het wel eens dat een brief binnenkomt net over de termijn heen. In het al gemeen is het zo dat de termijn aangeeft dat binnen die termijn ook de sollici tanten bekend moeten zijn voor degene die gaan selecteren en straks ook benoe men. Als u nu bedoeld of tijdens de procedure nog een kandidaat van bovenaf naar voren wordt geschoven door de Minister van Binnenlandse zaken, dan kan ik u zeggen dat dat in het verleden in een heel enkel geval wel eens gebeurde maar dat dat altijd geschiedde in overleg met de vertrouwenscommissie." De heer WILLEMSEN: "Voorzitter, de commissaris zei op een gegeven moment dat er 5 of 10 namen van sollicitanten naar de vertrouwenscommissie worden gestuurd. Worden die door de commissaris al ingekleurd of zendt hij de namen droog naar de commissie toe?" De heer HOUBEN: "Het is goed dat u dat nog eens vraagt. Ik stuur de kandidaten in alfabetische volgorde, meer niet. Met natuurlijk de gegevens die ik ontvangen of ingewonnen heb, zodat u ook de achtergrond kent van de kandidaten".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 7