ging van bepaalde regels onder verantwoordelijkheid van een gro ter verband (b.v. een onderzoekbureau) valt. r«o 11 ik» 3.2-71 PERSONEELSVOORZIENING 2.1.9 Wanneer de sollicitant op serieuze gronden meent dat het rapport geen juiste waardering geeft van zijn persoon of kwaliteiten, heeft hij recht opeen heranalyse, d.w.z. een nieuwe beoordeling van het verzamelde testmateriaal, uit te voeren door een andere psycho loog of door een commissie. Wanneer dit materiaal kwantitatief of kwalitatief niet toereikend blijkt te zijn, wordt overgegaan tot een aanvullend of geheel nieuw psychologisch onderzoek (hertcst). 2.1.10 Het advies van de psycholoog wordt vertrouwelijk behandeld. Inzage in het rapport blijft slechts voorbehouden aan de sollicitant en de selecteur (c.q. de leden van de selectiecommissie). De psycholoog ziet er op toe dat de arbeidsorganisatie het rapport terugzendt, wanneer er over een sollicitant een beslissing is geno men. 2.1.11 De onderzoeks- en testgegevens en het rapport worden bewaard door de psycholoog gedurende een periode van ten hoogste twee jaar. Zonder de toestemming van de ex-sollicitant worden deze gegevens voor geen ander doel dan wetenschappelijk onderzoek gebruikt en zeker niet ter kennis van derden gebracht. 2.1.12 Na uiterlijk twee jaar wordt overgegaan tot vernietiging of tot een zodanige bewerking dat de gegevens niet meer herleidbaar zijn tot een bepaalde persoon (ontkoppeling van naam, adres e.d. van de onderzoeks- en testgegevens). Tot vernietiging of ontkoppeling wordt evenwel niet eerder over gegaan dan nadat er voor de sollicitant voldoende gelegenheid is geweest een heranalyse aan te vragen of een klachtprocedure te be ginnen. Besluit de sollicitant hiertoe, dan worden de gegevens in ieder geval bewaard totdat de heranalyse/klachtprocedure geheel is afgerond. Wanneer de sollicitant daartoe schriftelijk toestemming verleent, kunnen de gegevens langer dan twee jaar bewaard blijven in hun oorspronkelijke vorm. De medische aanstellingskeuring De medische aanstellingskeuring wordt uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van een bedrijfsarts. Indien de arbeidsorganisatie zelf niet over een bedrijfsgeneeskun dige dienst of bedrijfsarts beschikt, wordt het medisch aanstel- lingsonderzoek verricht door of onder verantwoordelijkheid van een bedrijfsgeneeskundige van buiten de organisatie. 2.2 2.2.1 PWO II (X) 3.2-73 HCI ia^|AIII II&IU UC U|AJI «Uiige vei gCUBl. 2.1.8 Behoudens een eventuele nadere toelichting krijgt de opdrachtge ver niet méér informatie dan in het rapport voorkomt. Het geven van een toelichting mag niet leiden tot een 'schaduw-rapportage'. 3.2-72 PWO ii PERSONEELSVOORZIENING 2.2.2 De arts gebruikt bij zijn onderzoek alleen methoden die door des kundigen op het terrein vart de bedrijfsgezondheidszorg voldoende deugdelijk worden geacht. 2.2.3 De arts beperkt zijn bijdrage aan de selectie lot het geven van een advies. Hij treedt niet op als lid van een selectiecommissie. 2.2.4 De arts vermijdt bij zijn onderzoek iedere onnodige inbreuk op de privacy van de sollicitant. 2.2.5 Vóór het begin van de keuring wordt de sollicitant ingelicht over het doel en de wijze van onderzoek en over zijn rechten met be trekking tot de keuring. Het verdient de voorkeur dat deze infor matie hem bij de uitnodiging voor de keuring schriftelijk wordt verstrekt, bijvoorbeeld in een folder. 2.2.6 Indien de arts die de aanstellingskeuring verricht ten behoeve van het onderzoek een andere arts wil consulteren, vraagt hij daarvoor de toestemming van de sollicitant. 2.2.7 De uitslag van de keuring wordt in korte bewoordingen schriftelijk vastgelegd, indien mogelijk slechts met de kwalificaties 'medisch bezwaar' of 'medisch geen bezwaar'. In het geval van een beperkte of voorwaardelijke geschiktheidsver klaring kan het geven van meer informatie gewenst zijn; dit kan al leen gebeuren met toestemming van de sollicitant. 2.2.8 De sollicitant heeft het recht om als eerste kennis te nemen van de uitslag van de keuring en om - desgewenst - daarop een toelichting te ontvangen in een nabespreking met de keurende arts (of een an der lid van de bedrijfsgeneeskundige dienst). In sommige gevallen zal dit al tijdens of direct na de keuring zelf kunnen gebeuren. Wanneer echter het advies slechts de mededeling inhoudt dat er medisch geen bezwaren zijn, is het niet noodzakelijk dat de sollici tant daarvan als eerste op de hoogte wordt gesteld. Het kan uit een oogpunt van gezondheidszorg op bezwaren stuiten de sollicitant van bepaalde bevindingen op de hoogte te stellen. In dat geval overlegt de keuringsarts met de huisarts of, en zo ja door wie van hen en op welke wijze de sollicitant wordt ingelicht. 2.2.9 De sollicitant heeft het recht de uitslag van de keuring van com mentaar te voorzien. Ook heeft hij het recht zich - naar aanleiding van de uitslag - terug te trekken uit de procedure zonder dat het advies van de arts naar de opdrachtgever gaat. 2.2.10 Behoudens een eventuele nadere toelichting krijgt de arbeidsorga nisatie niet méér informatie dan in het advies van de arts voor komt. Het geven van een toelichting mag niet leiden tot een 'schaduw-rapportage'. 3.2-74 PWO II

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 127