(fljjSS
gemeente nieuw-qinneken
Raadsvergadering
9 mei 1989
Onderwerp
Voorstel ter uitvoering van de
Monumentenwet 1988.
Agenda Nr.: 15
Klass.nr. -1.853.3
Ulvenhout
Aan de Raad
De overname van rijkstaken door de lagere overheden in het kader van de
decentralisatie- en dereguleringsgedachte, wordt door de rijksoverheid
in toenemende mate gepropageerd. Slechts te sluiten bestuursakkoorden
tussen de diverse overheidsinstanties over met name de daarvoor be
schikbaar komende rijksmiddelen, vormen een drempel om deze gedachten
nog nadrukkelijker uit te bouwen. Wel is de afgelopen jaren overeen
stemming bereikt om onderdelen van de monumentenzorg in handen te geven
van de gemeentebesturen.
De Wet op de stads- en dorpsvernieuwing maakt het sinds 1985 mogelijk
dat de gemeente subsidie verleent voor de restauratie van beeldbepalen
de panden én monumenten. In 1986 is daar het gemeentelijk meerjarenpro
gramma met bijbehorende budgetreservering op basis van de Rijkssubsi
dieregeling restauratie monumenten bijgekomen. Tot slot is ter afron
ding van verantwoordelijkheden van monumentenzorg per 1 januari 1989 de
Monumentenwet 1961 vervangen door een nieuwe monumentenwet.
Monumentenwet 1988
Kende de wet van 1961 een volledig centraal gericht instrumentarium,
in de nieuwe situatie wordt van de gemeentebesturen een actieve rol
verwacht bij het opzetten, uitwerken en doorvoeren van een beleid ter
bescherming van de rijksmonumenten.
Een belangrijke verandering betreft de overgang van de bevoegdheid van
de minister om vergunning te verlenen voor de wijziging van rijksmonu
menten naar het college van burgemeester en wethouders. Deze wettelijke
overdracht is gebonden aan één voorwaarde, namelijk de vaststelling van
een gemeentelijke monumentenverordening, waarin de advisering over de
vergunningverlening door een deskundige commissie is geregeld. Zolang
er geen gemeentelijke verordening is die aan de eisen van de Monumen
tenwet voldoet, is een overgangsbepaling van kracht die de minister be
voegd verklaart over vergunningaanvragen te beslissen.
Na vaststelling van de gemeentelijke monumentenverordening is aan bur
gemeester en wethouders de belangrijkste rol toebedacht in de zorg voor
rijks- en gemeentelijke monumenten. In deze zorg zal de monumentencom
missie voortdurend stand-by moeten zijn. Immers vanaf het moment van
vaststelling van de monumentenverordening worden verzoeken tot restau
ratie, verbouw of sloop op gemeentelijk nivo afgedaan.