-li-
Artikel 8
1. Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning voorschriften verbin^
den in het belang van de monumentenzorg.
2. De vergunning kan voor een bepaalde tijd worden verleend.
Artikel 9
1De vergunning kan door burgemeester en wethouders worden ingetrokken in
dien
a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige
opgave is verleend;
b. blijkt dat de vergunninghouder de voorschriften, bedoeld in artikel 8
niet naleeft;
c. de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig
hebben gewijzigd, dat het belang van het monument zwaarder dient te
wegen
2. De vergunninghouder wordt van het voornemen tot intrekking in kennis ge
steld en in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Het besluit tot in
trekking wordt met redenen omkleed en in afschrift gezonden aan de monumen
tencommissie
HOOFDSTUK 3 BESCHERMDE RIJKSMONUMENTEN
Artikel 10
1. Burgemeester en wethouders zenden onmiddellijk een afschrift van de aan
vraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument met de ingediende
bezwaren aan de monumentencommissie na afloop van de termijn van 14 dagen,
genoemd in artikel 12, lid 8, van de Monumentenwet.
2. De monumentencommissie adviseert schriftelijk over de aanvraag binnen twee
maanden na de datum van verzending van het afschrift.
3. Bij overschrijding van de in lid 2 genoemde termijn wordt de monumentencom
missie geacht geadviseerd te hebben.
HOOFDSTUK 4 DE MONUMENTENCOMMISSIE
Artikel 11
1. De leden van de monumentencoramissie worden door de raad benoemd; de voor
zitter wordt uit het college van burgemeester en wethouders benoemd. De
monumentencommissie telt vier leden.
2. Burgemeester en wethouders doen een voordracht, waarbij voor een tweetal
leden rekening wordt gehouden met de binding van de kandidaten met op het
terrein van de monumentenzorg actieve particuliere instellingen en met hun
deskundigheid. Het overige lid wordt benoemd uit de gemeenteraad.
3. Burgemeester en wethouders benoemen een ambtelijk secretaris en kunnen ad
viseurs aanwijzen.
4. De leden van de raonumentencommissie treden na verloop van een periode van
vier jaren af. Deze periode loopt gelijk met een raadsperiode, met uitzon
dering van de eerste periode die eindigt in 1994. De leden van de commissie
zijn onmiddellijk herbenoembaar.