-5-
5. Een lid, dat ter vervulling van een - anders dan ten gevolge van een pe
riodieke aftreding - opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het
tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden.
6. Een lidmaatschap vervalt bij het niet langer bekleden van de functie waarin
de benoeming heeft plaatsgevonden.
7. De commissie werkt naar de bepalingen van een door haarzelf te maken regle
ment dat door burgemeester en wethouders wordt goedgekeurd.
8. De commissie beraadslaagt in het openbaar.
HOOFDSTUK 5 SCHADEVERGOEDING
Artikel 12
1. Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van:
a. de weigering van burgemeester en wethouders wijziging aan te brengen in
de gemeentelijke monumentenlijst;
b. de weigering van burgemeester en wethouders een vergunning tot wijzi
ging, afbraak of verwijdering van een gemeentelijk monument te verlenen;
c. voorschriften door burgemeester en wethouders verbonden aan een vergun
ning tot wijziging, afbraak of verwijdering van een gemeentelijk monu
ment;
schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te
zijnen laste behoort te blijven, kent de gemeenteraad hem op zijn verzoek
een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.
2. Voor de behandeling van de verzoeken zijn de bepalingen van de verordening
ter regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op
de Ruimtelijke ordening van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 6 STRAFBEPALINGEN
artikel 13
1. Hij, die handelt in strijd met artikel 5 van deze verordening wordt ge
straft met een geldboete van de tweede categorie.
2. Overtreding van artikel 5 van deze verordening kan bovendien worden ge
straft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
HOOFDSTUK 7 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 14
1. De opsporing van de in artikel 13 strafbaar gestelde feiten is, naast de in
artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtena
ren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg
voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de
feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
2. Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt
hierbij de last verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uit
zondering van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner
of gebruiker te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd
gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.