Artikel 8 1. De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor een zittingsduur van vier jaar. Zij treden af op de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt. 2. De raad van de deelnemende gemeente besluit in de eerste vergadering van elke zittingsperiode over de aanwijzing van het lid en zijn plaatsvervanger van het algemeen bestuur. Aftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aangewezen 3. Een lid van het algemeen bestuur dat ophoudt raadslid of burgemeester te zijn van de gemeente waarvan de raad hem als lid van het algemeen bestuur heeft aangewezen, houdt daarmee tevens op lid van het algemeen bestuur te zijn. 4. Een lid van het algemeen bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Hij deelt zijn ontslag mede aan de raad die hem heeft aangewezen 5. Indien tussentijds een plaats van een lid van het algemeen bestuur vacant of beschikbaar komt, wijst de raad van be treffende gemeente ten spoedigste, doch in elk geval binnen twee maanden, een nieuw lid aan. 6. Van elke aanwijzing of wijziging daarin doet het college van burgemeester en wethouders van betreffende gemeente schriftelijke mededeling aan het dagelijks bestuur. Artikel 9 Voorzover in deze regeling niet anders is bepaald, oefent het algemeen bestuur de bevoegdheden uit, die bij of krachtens de Woonwagenwetde gemeentewet en de Wet van 31 augustus 1853 (S83) zijn of worden toegekend aan de raden der gemeenten en die nodig zijn ter behartiging van de in artikel 4 omschreven taak van het Schap. Artikel 10 1. het algemeen bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt of tenminste 5 leden zulks schriftelijk, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, verzoeken. 2. De artikelen 47 en 48 van de gemeentewet zijn van over eenkomstige toepassing.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 219