Artikel 13
1. Het algemeen bestuur kan aan zijn leden een vergoeding voor
het bijwonen van zijn vergaderingen toekennen.
2. De leden van het algemeen bestuur hebben aanspraak op
vergoeding van reis- en verblijfkosten indien en voorzover
dit bestuur daarvoor een regeling heeft vastgesteld.
Artikel 14
1. Een lid van het algemeen bestuur is aan de gemeenteraad die
hem als lid heeft aangewezen, verantwoording verschuldigd
voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid.
Het afleggen van verantwoording geschiedt volgens door de
betrokken gemeenteraad nader te stellen regels.
2. Een lid van het algemeen bestuur kan door de raad, die hem
heeft aangewezen, worden ontslagen indien dit lid het
vertrouwen van de raad niet meer bezit. Op ontslag is
artikel 7, tweede lid, van de Wet Arob niet van toepassing.
3. Voor wat betreft de bij een voorgenomen ontslag te volgen
procedure is artikel 87a van de gemeentewet van overeen
komstige toepassing.
HOOFDSTUK VI HET DAGELIJKS BESTUUR
Artikel 15
1. Het dagelijks bestuur bestaat uit tenminste 5 leden, te
weten de voorzitter genoemd in artikel 23 en tenminste 4
door het algemeen bestuur uit zijn midden aangewezen leden.
2. Het dagelijks bestuur kiest uit zijn midden voor de duur
van zijn zittingsperiode een plaatsvervangend-voorzitter
die de voorzitter bij diens afwezigheid vervangt.
3. Elk lid van het dagelijks bestuur heeft een stem.
4. Hij die ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt
tevens op lid van het dagelijks bestuur te zijn.
5. Indien tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur
beschikbaar komt. wijst het algemeen bestuur binnen 6
maanden een nieuw lid aan. Gaat de ontstane vacature gepaard
met een vacature in het algemeen bestuur, dan vangt de
termijn van 6 maanden aan op het moment dat het dagelijks
bestuur de mededeling als bedoeld in artikel 8, lid 6, heeft
ontvangen