Artikel 16
1. De leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen voor
een zittingsduur van vier jaar. Zij treden af op de dag
waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt.
2. Het algemeen bestuur beslist bij de aanvang van elke
zittingsperiode zo spoedig mogelijk, doch in elk geval
binnen 3 maanden, over de aanwijzing van de leden van het
dagelijks bestuur. Aftredende leden zijn terstond herkies
baar
3. Op de leden van het dagelijks bestuur in artikel 95 van de
gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 17
Het dagelijks bestuur oefent de bevoegdheden uit, die bij ofi
krachtens de Woonwagenwet en de gemeentewet zijn of worden
toegekend aan de colleges van burgemeester en wethouders der
gemeenten voorzover die nodig zijn ter behartiging van de in
artikel 4 omschreven taak van het Schap, echter met uitzon
dering van het bepaalde in de artikelen 10, 10a, 11, 35, 36,
en 61 van de Woonwagenwet.
Het dagelijks bestuur is voorts belast met:
a. het voorbereiden van al hetgeen aan het algemeen be
stuur ter overweging en beslissing zal worden voor-
ge 1 egd
b. het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur
c. het beheren van de inkomsten en uitgaven van het Schap;
d. de zorg, voorzover niet aan anderen opgedragen, voor de
controle op het geldelijk beheer en de boekhouding;
e. het nemen van alle conservatoire maatregelen zowel in
als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is
ter voorkoming van verjaring en verlies van recht op
bezit; i
f. het houden van een voortdurend toezicht op het beheren
en exploiteren van de woonwagencentra;
g. het verstrekken van inlichtingen aan de besturen der
gemeenten
-9-