Artikel 8 ingang en looptijd 1. Deze overeenkomst gaat in op 1 1989 en geldt tot 31 december 1992. 2. Deze overeenkomst wordt geacht stilzwijgend telkens met een periode van vier jaren te zijn verlengd, tenzij deze overeenkomst bij aangetekend schrijven door één der partijen twaalf maanden voor het einde van enige periode is opgezegd. 3. Deze overeenkomst kan niet tussentijds worden beëindigd. Artikel 9 beëindiging 1. Ingeval van beëindiging van deze overeenkomst als bedoeld in artikel 8, tweede lid, is de dienstafnemende gemeente (indien zij de opzeggende partij is) verplicht tot betaling van de navolgende twee vergoedingen aan de dienstverlenende gemeente: a. indien het beëindigen van de overeenkomst tot gevolg heeft, dat de dienstverlenende gemeente personeel dat mede in verband met deze overeenkomst is/werd aangesteld moet ontslaan en dat personeel niet elders bij de dienstverlenende gemeente zelf in dienst kan blijven dan wel bij een van de andere aan de milieutechnische samenwerking deelnemende dienstverlenende gemeenten in dienst kan worden genomen - een en ander ter uitsluitende beoordeling van de dienstverlenende gemeente zelf - een vergoeding welke gelijk is aan een evenredig deel van de uit het ontslag en de ontslagprocedures voortvloeiende kosten en vergoedingen; het hier bedoelde evenredig deel wordt vastgesteld naar rato van het aandeel dat het aantal door de dienstafnemende gemeente opgezegde uren uitmaakt van het totaal aantal uren waarvoor de dienstverlenende gemeente dientengevolge personeel heeft moeten ontslaan. Als het aantal opgezegde uren wordt beschouwd het aantal in het voorlaatste jaar van de looptijd van de overeenkomst voor de dienstafnemende gemeente overeenkomstig artikel 5, lid 1 vastgestelde aantal uren; b. ter dekking van de overige kosten, welke in het kader van de dienst verlening zijn gemaakt, een vergoeding welke gelijk is aan de door de dienstafnemende gemeente aan de dienstverlenende gemeente verschuldigde vergoeding over het laatste jaar van de looptijd van de dienstverlening, als bedoeld in artikel 5. 2. De in het eerste lid onder a bedoelde vergoeding zal worden betaald bin nen drie maanden nadat de dienstverlenende gemeente die vergoeding bij de dienstafnemende gemeente in rekening heeft gebracht. 3. De in het eerste lid onder b bedoelde vergoeding zal worden betaald bin nen drie maanden na datum waarop de overeenkomst op basis van de beëindi ging afloopt. 4. Het bepaalde in artikel 6, 4e en 5e 11d is van overeenkomstige toepassing. Aldus in tweevoud opgemaakt en getekend te Breda d.d. de dienstverlenende gemeente, de dienstafnemende gemeente, II ROM-3.6 -6-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 277