-4-
worden. Van een vereniging met 4.000 leden mag en kan meer verwacht
worden dan een éénmalige bijdrage van f.5400,00.
De heer WILLEMSEN is van mening dat dit voorstel te eenzijdig is bekeken
vanuit de gezichtshoek van de recreant. Hij wijst op de bezwaren van de
aanliggende grondeigenaren en gebruikers die schade aan hun veestapel
vrezen door rondslingerend vuil. Met laatsgenoemde belangengroepering is
geen overleg gevoerd.
De heer TEUNISSEN deelt namens zijn fraktie mede dat zij tegen dit voor
stel is gezien de relatief te hoge financiële consequenties voor de ge
meente Nieuw-Ginneken in verhouding tot de andere partijen in dit voor
stel.
Wethouder ROPS vergelijkt de financiering van deze recreatieve voorzien
ingen met die waarop de fietspaden tot stand zijn gekomen. De éénmalige
storting van f.5.400,in het fonds voor groot onderhoud is voor hem
acceptabel, behoudens door vandalisme valt er weinig groot onderhoud te
duchten. Met de voornaamste grondeigenaar, waterschap De Boven-Mark, is
overeenstemming bereikt. De afstand tussen de waterkant en aangrenzende
weilanden en landerijen is overal meer dan voldoende.
Aanvullend wordt door de VOORZITTER gewezen op het feit dat bij meerdere
vormen van subsidiëring daar meestal slechts een beperkte doelgroep de
voordelen van geniet, hetgeen niet uitsluit dat ook anderen van die
voorzieningen gebruik maken. Overigens behelst dit voorstel alleen het
reguleren van bestaand recreatief gebruik.
De heer VAN DER WESTERLAKEN handhaaft zijn bezwaar tegen de kanovoor
zieningen; ook hoge waterstanden kunnen zijns inziens schade toebrengen
aan de visstoepen.
De heer POSTHUMA verwijst opnieuw naar het exclusief gebruik van de vis
stoepen door leden van De Baronische Hengelaars en de zeer magere bij
drage die daar tegenover staat; van de fietspaden kan eenieder die een
fiets heeft gebruik maken.
De heer H. VAN GILS laat zijn aanvankelijk in de commissie geuitte be
zwaren varen na de vragen die hij daarover gesteld heeft in de gewest-
raadsvergadering en het overleg met de portefeuillehouder dat daarvan
het resultaat is geweest.
Met pijn in het hart gaat ook de heer WILLEMSEN akkoord met het voor
stel.
Het is de heer TEUNISSEN niet duidelijk waarom voor bestaand gebruik een
bedrag van f.150.000,00 uitgetrokken moet worden, bovendien is de ver
deelsleutel zijns inziens niet juist.
De heer VAN HARTEN vindt de te treffen voorzieningen een zinnige bij
drage aan de toeristische recreatieve infrastructuur van de gemeente.
Fraktiegenoot VAN GESTEL wijst op de gevaren voor de kanoëres nabij de
stuwen, het algemeen enthousiasme over de fietspaden nu deze zijn aange
legd en de lage drempel om lid te kunnen worden van de hengelclub om te
kunnen vissen.
Nadat de VOORZITTER nogmaals onder de aandacht van de leden van de raad
heeft gebracht dat 75% van de kosten van het voorstel worden gedragen
door het rijk en dat de essentie van het voorstel met name het beheer en
de beheersing van deze recreatieve voorzieningen betreft wordt het in
stemming gebracht.