TOELICHTING BIJ DE VERORDENING
1Positie indicatiecommissie in een beroepsprocedure
In een beroepsprocedure als bedoeld in artikel 6 k van de Wet op de
bejaardenoorden vormt het advies van de indicatiecommissie het onderwerp
van geschil. Partijen in dat geschil zijn de indiener van het beroep
schrift (appellant) en de indicatiecommissie. Beide partijen worden in
de modelverordeningen meestal aangeduid met de term 'belanghebbende'
Aan belanghebbenden, dus ook aan de indicatiecommissie, wordt in de mo
dellen een aantal rechten toegekend. Zo krijgen zij de mogelijkheid al
hetgeen zij voor de behandeling van het beroepschrift dienstig achten
schriftelijk aan burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de be-
roeps(advies)commissie kenbaar te maken. Voorts worden zij in de gele
genheid gesteld zich in persoon of bij gemachtigde mondeling te doen
horen. De belanghebbenden kunnen zich doen bijstaan door 'eigen' getui
gen of deskundigen.
2 Inschakeling van deskundigen
Het spreekt voor zichzelf dat het raadzaam is' om, ten einde op een oor
deelkundige wijze het beroepschrift te behandelen, deskundigen in te
schakelen. Indien er een adviescommissie is, zouden zij daarin als lid
benoemd kunnen worden, en, indien dat niet het geval is, kunnen burge
meester en wethouders ad hoe een beroep op hen doen.
Verder deden wij in de toelichting bij artikel 12 van de model-verorde
ning gemeentelijke indicatiecommissie de suggestie een indicatiecommis
sie met een ander werkgebied als adviescommissie aan te wijzen. Daarin
is immers alle deskundigheid aanwezig. Daarbij dient dan wel in de gaten
gehouden te worden dat de bejaarde geen al te grote afstanden hoeft af
te leggen om gehoord te worden.
3 Hoorzitting
Het geldt als een eis van zorgvuldigheid dat partijen in een beroepspro
cedure in de gelegenheid worden gesteld al hetgeen zij voor de behande
ling van het beroepschrift dienstig achten mondeling kenbaar te maken.
In beide model-verordeningen is dit recht dan ook verankerd. Er dient
een zitting te worden gehouden, waar de indiener van het beroepschift
de indicatiecommissie en zo nodig andere belanghebbenden zich ten over
staan van burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de beroeps(ad
vies) commissie kunnen doen horen.
Er zij in dit verband op gewezen dat de mondelinge behandeling op de
hoorzitting in beginsel dient plaats te vinden voor alle leden van de
beroepsinstantie die op het beroep zullen beslissen.
89.2667CHLCG