Tijdens de mondelinge behandeling in de beroepscommissie is door de
heer Heijblom medegedeeld dat de houtwal reeds was herplant op de
oorspronkelijke plaats en dat ook de eiken bomen waren herplant maar
deze op een andere plaats.
Het beroepschrift is voorgelegd aan de beroepscommissie welke commissie
adviseert het bezwaarschrift voor wat betreft de plaatsing van de eiken
gegrond te verklaren en de plaatsing hiervan in overleg met de gemeente
vast te stellen mede gelet op het toegestane gewijzigde gebruik van het
perceel
Gelet op het vorenstaande stellen wij dan ook voor het beroepschrift
van de heer Heijblom ongegrond te verklaren voor wat betreft de
opgelegde voorwaarde aan de aanlegvergunning tot herplant en gegrond te
verklaren ten aanzien van het gedeelte met betrekking tot de
herplanting van de eiken bomen onder de voorwaarde dat plaatsing
geschiedt in overleg met de gemeente.
Alle op deze zaak betrekking hebbende stukken alsmede het verslag van
de beroepscommissie zijn in het agenda-dossier ter inzage gelegd.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN NIEUW-GINNEKEN,
De Secretaris, De Burgemeester,
drs. H. Nuijten. P. van der Velden.
0W89.2702ANCG
