De heer VAN HARTEN distileert een vijftal vragen uit het voorstel aan de
hand waarvan het ruimtelijk en financieel kader voor verdere uitwerking
geformuleerd kan worden. Deze vragen zijn: Is het Pekhoeveterrein een aan
vaardbare locatie voor het realiseren van een sociaal/culturele accommoda
tie in Ulvenhout. Is het vanuit bedrijfseconomisch standpunt verstandig om
te komen tot concentratie van sociaal culturele voorzieningen die thans
verspreid plaatsvinden, mede in verband met de investeringen die gedaan
moeten worden ten behoeve van het in gebruik houden van die verschillende
ruimten. Kan de raad zich in grote lijnen vinden in het programma van eisen
zoals dat in het voorstel tot uitdrukking komt. Wat zijn de gevoelens van
de raad bij de exploitatie-opzet. Moet er in Bavel ook iets gebeuren en
moet datgene wat er in Bavel en in Ulvenhout moet gebeuren in samenhang met
elkaar bezien worden.
De eerste twee vragen worden door hem met "ja" beantwoord. Ten aanzien van
het programma van eisen vraagt hij het college de financiële consequentie
van een te verwachten onderbezetting van die zaal nog eens in beeld te
brengen. Dit mede gezien de aanwezigheid van grote ruimtes in beide kerk
dorpen voor het opvangen van grote groepen personen bij het houden van
manifestaties. Hij vraagt ook de mogelijkheid te bezien in hoeverre de
bibliotheek en de beeldende vorming bij de plannen zijn te betrekken, er
van uitgaande dat de tegenwaarde van de huidige locatie in de exploitatie
wordt ingebracht. Aan de huidige locatie van die voorzieningen zou een
andere bestemming kunnen worden gegeven, bijvoorbeeld voor woningbouw. De
voorstelling van zaken zoals die bij de exploitatie wordt voorgespiegeld
maakt op hem een al te optimistische indruk. Met name de kosten van beheer
en schoonmaken zouden wel eens op en veelvoud van het geraamde bedrag kun
nen uitkomen. Een bron van inkomsten zou gevonden kunnen worden in het in
exploitatie geven van de huidige Pekhoeve. Deze suggestie wordt niet van de
hand gewezen. Ook in Bavel is concentratie van de verspreid voorkomende so
ciaal culturele voorzieningen gewenst. Ook hier worden grote kosten gemaakt
in de exploitatiesfeer. De samenhang tussen Bavel en Ulvenhout mag best
spreken uit die voorzieningen die men maar beter niet kan multipliceren,
Nieuw-Ginneken is tenslotte één gemeente. Dat wil nog niet zeggen dat
Ulvenhout moet wachten op het beschikbaar komen van de gegevens over Bavel.
Een en ander zou in een volgtijdelijke realisatie van een half jaar op
elkaar kunnen aansluiten. Met de tot nu tot opgedane ervaringen moeten de
gegevens voor Bavel snel op tafel kunnen komen.
De notitie en de daaromheen gevoerde discussie biedt voldoende aanknopings
punten om op niet al te lange termijn een verder uitgewerkt voorstel op
tafel te krijgen, op basis waarvan de raad kan beslissen tot het in exploi
tatie nemen van een sociaal/culturele accommodatie in Ulvenhout.
De VOORZITTER vat de intentie van deze notitie samen als een eerste vraag
aan de raad of die ermee kan instemmen dat wordt verder gegaan met de uit
werking van de accommodatieproblematiek zoals die zich in Ulvenhout mani
festeert en dat ook aandacht wordt besteed aan de overeenkomstige problema
tiek in Bavel. Dat wil overigens niet zeggen dat die problematiek zich in
beide kerkdorpen op dezelfde wijze voordoet. De uitwerking daarvan kan
daarom in beide gevallen en andere zijn. Het college wenst langs de contou
ren van deze notitie verder te werken aan de voorbereiding van het te voe
ren beleid en zal daarbij ruim aandacht schenken aan de gevoerde discussie
De resultaten daarvan zullen vervolgens besproken worden in de commissies
Welzijn en Financiën.
De raad kan instemmen met het voorstel waarbij onder a. dient te worden
aangevuld de variant van een kleinere zaal. Dat aangevuld dient te worden
een onderzoek naar de consequenties voor Jeugdland, met name toegespitst op
het gebruik van de JhrFeithzaal zoals verwoord door de heer Paulussen.