Artikel 5.
1Van het verlenen van een vergunning tot het gebruik van een graf of
een urnenruimte wordt een schriftelijk bewijs opgemaakt naar een
model door Burgemeester en Wethouders vast te stellen.
2. Van de uitgifte van een eigen graf of een eigen urnenruimte wordt
eveneens een schriftelijk bewijs opgemaakt, naar een model door
Burgemeester en Wethouders vast te stellen.
Artikel 6
1. Het begraven geschiedt in één laag met inachtneming van het in arti
kel 3 bedoelde indelingsplan.
2. De graven hebben een lengte en een breedte, zoals aangegeven op
evenbedoeld indelingsplan en zijn naast elkaar gelegen in volgorde
van overlijden of een door Burgemeester en Wethouders nader vast te
stellen volgorde.
Artikel 7
Voor het begraven van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar kunnen
Burgemeester en Wethouders een afzonderlijk gedeelte van de begraaf
plaats aanwijzen. Dit gedeelte wordt aangeduid als kindertuin.
Artikel 8.
1. Het graven en sluiten van grafruimten geschiedt uitsluitend door het
personeel van de begraafplaats.
2. Van gemeentewege wordt een nummerplaatje op de kist bevestigd, opdat
de identiteit van de overledene te allen tijde kan worden vastge
steld
3. Geen begraving en opgraving geschiedt dan na afgifte aan de
beheerder of aan diens plaatsvervanger van het verlof tot begraven
respectievelijk het verlof tot opgraving, afgegeven door de
ambtenaar van de burgerlijke stand respectievelijk de Burgemeester.
Artikel 9.
1. Burgemeester en Wethouders kunnen een gedeelte van de begraafplaats
aanwijzen voor het begraven of plaatsen van urnen, bevattende de as
van de overledenen.
2. Op het overige gedeelte van de begraafplaats mogen geen urnen worden
begraven of geplaatst, tenzij Burgemeester en Wethouders daartoe in
bijzondere gevallen toestemming verlenen.
3. De bepalingen van deze verordening vinden ten aanzien van urnengra
ven zoveel mogelijk overeenkomstige toepassing.
k. Door Burgemeester en Wethouders kan een gedeelte van de begraafplaats
worden aangewezen als asweide waarop de as van gecremeerde overle
denen kan worden uitgestrooid.
Artikel 10.
Na betaling van het begraafrecht, genoemd in artikel van de heffings
verordening, bestaat voor ieder de mogelijkheid op verzoek gebruik te
maken van de ontvangstruimte in de op de begraafplaats aanwezige aula.
