ting moet verschaffen op de ins en outs van aan de orde zijnde voorstellen
en dat toelichting gegeven moet worden op door de fraktie ingenomen stand
punten. In dat licht moet de zinsnede gezien worden waarvan de strekking
aan het college onduidelijk was. Als daarbij sprake is van "in dit huis"
dan sluit dat de raad daarbij in. Het gemeentehuis is een raadhuis. Het is
niet altijd te verklaren dat in een sociaal/culturele accommodatie slechts
afgeschreven keukenstoelen staan en de raad er wel voor voelt de na 25 jaar
toch wel echt als afgeschreven te beschouwen zetels wenst te vervangen door
andere. Of over grote investeringsbeslissingen die consequenties van tonnen
hebben te beslissen bij hamerslag en over de bouw van een simpel iets te
delibereren tot in het oneindige. Hij die de schoen niet past hoeft hem ook
niet aan te trekken.
De heer VAN GESTEL vervolgt met een aantal opmerkingen op het gebied van
Verkeer, Vervoer en Waterstaat.
Het meest hete hangijzer is de A 58 en zijn neveneffecten. Eenstemmig is
deze raad van mening dat de aantasting van het buitengebied, c.q. het land
schap, door wegenpatronen een ramp is. Het C.D.A. deelt die mening. Een in-
en aanpassing door middel van het Landschapsbeleidsplan is een goede zaak.
De gemeente moet het planologisch kader scheppen. De invulling daarvan in
financieel opzicht moet ten laste komen van de veroorzaker van de wonden
die in het landschap geslagen zijn: Rijkwaterstaat.
Het C.D.A. stemt in met de door het college voorgestelde verkeersbelemmer-
ingen in het traject 't Hoekske/Molenstraat/Dorpstraat om het hoofd te
bieden aan het te verwachten verhoogd verkeersaanbod. Als voorwaarde worden
daaraan verbonden het instellen van effectmetingen voor verkeersbewegingen
van voertuigen, lawaai en stank. Desgewenst aan te vullen met nog andere
aandachtspunten. Daaraan vast te koppelen de drempelwaarden waaraan moet
worden voldaan om al dan niet het besluit te moeten nemen tot het aanleggen
van een S 11, een langsdoorsnijding van het Markdal. Naar de mening van het
C.D.A. een eenvoudige omleiding om Ulvenhout heen om zodoende een goed
milieu, een veilige - verkeersarme en publieksvriendelijke - winkelstraat
te kunnen realiseren. Zijn fraktie is van mening dat de planologische pro
cedure die gevoerd moet worden om een omleiding mogelijk te maken bestem-
mingsplantechnisch voortgang moet vinden om onnodig tijdverlies te voor
komen
Spreker vraagt in de evaluatie van de effecten van het bedrijventerrein
tevens te betrekken de resultaten van het parkeren en de daarmee verband
houdende overlast van vrachtwagens voor en na de verplaatsing. Misschien
levert dit ook een idee op voor de eisen die gesteld kunnen worden aan de
mate waarin nieuw te vestigen bedrijven bijdragen aan een vermindering van
de parkeeroverlast door vrachtwagens aan de nabij wonende burgers.
Als voorschot op het nog vast te stellen Structuurplan kan nu reeds worden
opgemerkt dat het nabij de Kraayenberg geprojekteerde bedrijventerrein zeer
onlogisch is gepland. Als men aan- en afvoerroutes naar het kruispunt
Chaamseweg/A'58 in moet tekenen dan gaan deze dwars door Ulvenhout.
Naar aanleiding van de opmerking van Bevordering Leefbaarheid over het
regenwaterafvoersysteem voor de A'58 is spreker van mening dat er van uit
mag worden gegaan dat in geval van calamiteit, door welke oorzaak ook,
waarbij een verontreiniging kan optreden een zodanige opzet in het bema
lingscircuit van het verdiepte tracé gekozen is dat het mogelijk is te
voorkomen dat het oppervlaktewater verontreinigd wordt.
Alle frakties hebben aangedrongen op verbetering van het openbaar vervoer.
De wethouder heeft daarop geantwoord niet hoopvol gestemd te zijn. Spreker
kan zich voorstellen dat opnieuw met de B.B.A. wordt onderhandeld. De reak-