Het omzetten van de Beheerscommissie Sportzaken Bavel tot een stichting
Beheer Sportaccommodaties Bavel is bespreekbaar indien de gemeente vanuit
haar verantwoordelijkheid voor een goed sportbeleid greep blijft houden op
de hoogte en eenheid van tarieven voor het gebruik van die accommodaties.
Die behoren voor eenieder bereikbaar te blijven.
Voor een aantal andere onderwerpen wordt het woord overgenomen door de heer
POSTHUMA. Hij geeft daarbij eerst een reaktie op de door zijn fraktie uit
gelokte discussie over openbaar onderwijs. Met de V.V.D.-fraktie heeft ook
hij respect voor lokale verhoudingen en voor datgene wat in de loop der
tijd tot stand is gekomen. Daarnaast heeft hij ook respect voor datgene wat
zich sindsdien in Bavel aan ontwikkelingen heeft voorgedaan. Als die ont
wikkelingen met zich meebrengen dat er behoefte is aan openbaar onderwijs
dan moet de vraag gehonoreerd worden. Dat de scholen in Bavel het goed doen
daaraan wordt niet getwijfeld, maar dat is ook niet aan de orde. De vraag
die gesteld wordt is of het gemeentebestuur wil onderzoeken of er in Bavel
behoefte is aan openbaar onderwijs. Het college heeft dat de afgelopen
jaren meermalen niet willen doen. Waar de heer van der Westerlaken stelt
dat er genoeg vrije onderwijs keuzemogelijkheden zijn weet deze kennelijk
meer dan spreker. Vandaar de behoefte aan een onderzoek.
De heer VAN DER WESTERLAKEN geeft aan dat als ouders hun kinderen op een
openbare school willen hebben zij daar voldoende gelegenheid toe hebben
binnen de gemeente Nieuw-GinnekenTot op dat moment is hem niet gebleken
dat er voldoende behoefte is om twee scholen voor openbaar onderwijs te
hebben binnen Nieuw-Ginneken.
De heer POSTHUMA wijst er op dat er een groot verschil ligt tussen datgene
wat theoretisch mogelijk is en datgene wat in de praktijk van alle dag
mogelijk is. De openbare school in Ulvenhout is voor 80% bezet door kin
deren uit Ulvenhout. Men hoeft er niet zondermeer van uit te gaan dat de
behoefte in Bavel even groot zal zijn maar het is op zijn minst de moeite
van het onderzoeken waard.
De heer PAULUSSEN vindt deze benadering niet juist. Het initiatief dient
uit te gaan van de ouders. Wanneer er een voldoend aantal leerlingen zal
zijn dan moet die aanvraag gehonoreerd worden.
De heer POSTHUMA erkent de juistheid daarvan maar vindt dat het college los
daarvan toch de mogelijkheid heeft te onderzoeken aan wat voor onderwijs
vormen er behoefte is.
Er wordt kennis genomen van het feit dat het C.D.A. zich heeft ingezet voor
het instellen van een Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs, met waardering
voor de daarbij betrachte zuiverheid. Met dit voorstel op zich heeft dat
echter niets te maken. Het C.D.A. is voorts van mening dat op grond van
regelgeving het stichten van een tweede openbare basisschool vrijwel onmo
gelijk zal zijn. De discussie daarover wordt natuurlijk bemoeilijkt zolang
niet bekend is hoe groot die behoefte werkelijk is. Daarnaast wordt getwij
feld aan het handhaven van de kwaliteit indien er een tweede school bij zou
komen. De P.v.d.A.-fraktie is in dat opzicht positief gestemd omdat 80$ van
alle leerlingen uit Ulvenhout afkomstig is en er in de nabije toekomst een
toename van het aantal leerlingen te verwachten is.
De heer VAN DER WESTERLAKEN interrumpeert met de opmerking dat de verhou
ding Ulvenhoutse en Bavelse leerlingen in het verleden wel anders heeft
gelegen. Eerst zou maar eens onderzocht moeten worden waarom de interresse
vanuit Bavel is afgenomen.
De VOORZITTER vraagt een al te gedetailleerde discussie in commissieverband
te willen voeren.