Het rapport vermeldt op pagina 7: "In gebieden waar het menselijk handelen
minder nadrukkelijk aanwezig is, de vegetatie gevarieerder zou kunnen zijn
en meer zeldzame plantensoorten zouden kunnen optreden." Dat lijkt onom
streden. Zijn fraktie is voorstander van handhaving en waar mogelijk uit
breiding van datgene wat waardevol is, zowel van flora als van fauna. Door
intensievering van het menselijk handelen verdwijnen veel plantensoorten;
is min of meer de stelling. Men kan zich daarbij afvragen of deze stelling
ook een omgekeerde werking heeft. Wat is het effect van extensievering wan
neer het gaat om in het verleden intensief bewerkte grond. Een algemene
klacht is dat, als niet intensief onderhoud gepleegd wordt, dit kan leiden
tot voor de landbouw maar ook voor het landschap zeer ongewenste groei van
on)kruiden
Een bezinning op de plaatsen waar rommelzones, gebieden met volkstuinen en
hobbymatige veehouderij, worden toegestaan acht hij in het kader van dit
plan gewenst
Op pagina 14 wordt vastgelegd dat rekening moet worden gehouden met be
staande eigendomsverhoudingen. Dit wordt onderschreven waar het de reali
satie op korte termijn betreft. Het plan wordt opgesteld voor vele jaren.
De opsteller legt zich hier te zware beperkingen op. In het herinrichtings
plan zullen op dit punt nogal wat mogelijkheden ontstaan zonder dat dit ten
koste gaat van de huidige eigenaren. Voorts kan in de toekomst het te voe
ren landbouwbeleid gevolgen hebben voor het beschikbaar komen van landbouw
gronden ten gunste van het landschap. Het landbouwbeleid is van vele fakto-
ren afhankelijk en daarom ook niet voorspelbaar. Een vergelijking over de
afgelopen 15 jaar maakt dat duidelijk. De ontwikkelingen zullen alleen nog
sneller gaan. Wat zal het Europa van 1992 tot gevolgen hebben. Welke in
vloed moet verwacht worden van de recente ontwikkelingen in het Oostblok.
Dit soort ontwikkelingen kan leiden tot een landelijk beleid tot herbebos
sing. Is het dan niet wenselijk dat dit ook in ons gebied plaatsvindt. In
het plan had daaraan aandacht besteed kunnen worden.
Over de opmerking op pagina 20 van het rapport merkt hij op dat in overleg
met het waterschap misschien één zijde van de bedoelde waterlopen beplant
kan worden. Alles handmatig maaien zal in de toekomst onbetaalbaar worden.
Onder het kopje "Doelstellingen" worden de beperkte financieringsmiddelen
van de gemeente als beperking opgenomen. Aan het begin van zijn betoog
heeft spreker reeds opgemerkt dat de gemeente niet de enige is die verant
woordelijkheid draagt voor het landschap. Staatsbosbeheer heeft een taak en
er zijn ook andere instellingen die het beheer en het behoud van het land
schap als doelstelling hebben. Bij die instellingen zijn ook middelen aan
wezig.
Het rapport noemt gebieden met een oppervlakte van 8 are de minimumgroote
om goed onderhouden te kunnen worden. Voor een goed beheer vindt spreker
deze oppervlakte te klein.
Op pagina 24 wordt aandacht besteed aan de aanleg van RW 58. Door de aanleg
van geluidswallen is die allinea echter achterhaald. Het college wordt uit
genodigd daar een nieuwe visie op te geven.
Op pagina 28 wordt verwezen naar de herinrichting en ruilverkaveling
Baarle-Nassau. Hier zouden de financiële consequenties van zaken in landin-
richtingsverband duidelijk gemaakt moeten worden. Welke subidiemogelijk-
heden zijn er. Wat zijn de kosten van uitvoering daarvan zonder landinrich
ting. Wat wordt er nu gedaan met de bestaande subsidieregelingen en wat
laten we liggen om in ruilverkavelingsverband te realiseren.
Waar gesproken wordt over de aankleding van wegen wordt tevens opgemerkt
dat dit kan zonder grondverwerving. We moeten ons daarbij afvragen wat er
beoogd wordt. Uitsluitend een landschappelijke aankleding of het creëren
van een ecologische verbindingszone. Dat kan de noodzaak tot verbreding van
de berm met zich meebrengen en dus tevens grondverwerving.