-10-
De heer H. VAN GILS antwoordt dat deze steun van de lokale overheid zou
moeten komen.
Afsluitend merkt de heer ZWIJNENBURG op dat de drie dissonanten in het
Nieuw-Ginnekense landschap wel een gevolg zijn van de huidige maatschappij
waarvoor wij met zijn allen verantwoordelijk zijn. De A 58 is uitgebreid
aan de orde geweest. De raad heeft nog gelegenheid iets aan de afvalstof-
fenberging te doen.
De heer VAN DER WESTERLAKEN hecht er aan dat samen met het landschapsbe
leidsplan de notitie van I.V.N. - N.M.V. Nieuw-Ginneken wordt vastgesteld.
Deze laatste moet dan een onderdeel vormen van de eerste. In de nota ligt
de nadruk wat meer op bomenrijen en in de notitie wat meer op houtwallen en
de ecologie. In commissieverband moet de harmonie tussen die twee te vinden
zijn. Van belang is dat begonnen wordt aan de lange weg terug naar datgene
wat verloren is gegaan.
De heer POSTHUMA geeft er de voorkeur aan de notitie van I.V.N. - N.M.V.
bij de verdere uitwerking van het landschapsbeleidsplan te betrekken. Dat
is iets anders dan integraal opnemen.
De heer PAULUSSEN is tevreden met de constatering dat de materiële bijdrage
van de gemeente betrekkelijk gering is. De geestelijke bijdrage is daaren
tegen veel groter. Overleg met derden zal daarom een belangrijke plaats
innemen bij de verwezenlijking van de doelstellingen. Dat daarbij de A 58
tot speerpunt van beleid wordt gemaakt doet hem genoegen. Daarbij moet
erkend worden dat de Oost - West structuur intussen zo dominant is geworden
dat andere uitgangpunten door de tijd zijn achterhaald.
De heer VAN YPEREN geeft aan dat de drie dissonanten in het landschap er
zijn gekomen ondanks het verzet daartegen van zijn fraktie. Dat deze zaken
er moesten komen is welliswaar juist maar de plaatskeuze is in alle drie de
gevallen verkeerd geweest. Dat de suggestie, een strook bos aan te leggen,
wordt overgenomen heeft zijn instemming. Hij ziet graag dat het college die
oplossing ook in Bavel rond de vuilstort toepast. Met de in de toekomst
vrijkomende landbouwgronden moet dat mogelijk zijn. In de gemeente
Teteringen wordt ook een bos aangelegd als bufferzone.
Zonder dit meteen in het landschapsbeleidsplan op te nemen is de VOORZITTER
wel bereid deze laatste suggestie op zijn waarde te laten onderzoeken en
mee te nemen in de besluitvorming bij het sluiten van de afvalstoffenber-
ging in 1992. De landschappelijke inpassing van RW 58 zal, onder invloed
van de geluidwerende voorzieningen die aangebracht dienen te worden, een
andere zijn dan aanvankelijk als uitgangspunt is genomen. De opdracht voor
zo'n uitwerkingsplan is inmiddels verstrekt aan professor Maas.
Aan het besluit tot vaststelling van het landschapsbeleidsplan zal worden
toegevoegd: "en bij het uitvoeringsprogramma te betrekken de visie zoals
die in oktober 1989 door het I.V.N. Nieuw-Ginneken en de Natuur- en Milieu
beweging Nieuw-Ginneken is ontwikkeld."
Wethouder VAN GILS stelt voor ook RW 27 in het uitvoeringsprogramma te
betrekken