Hoofdstuk III De behandeling van aanvragen om uitkering Artikel 3 Indiening van de aanvraag 1. Een aanvraag om uitkering wordt schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders of mondeling bij het bureau ingediend. 2. Indien de aanvrager gebruik maakt van een door Burgemeester en Wethouders vastgesteld aan vraagformulier wordt dit door de aanvrager ondertekend 3. Indien de gemachtigde de aanvraag indient, dient de instemming van de aanvrager te blij ken of redelijkerwijs aannemelijk te zijn. 4. Burgemeester en wethouders tekenen de ont vangst van de aanvraag aan. 5. Burgemeester en Wethouders verstrekken een afschrift van het aanvraagformulier of een bewijs van ontvangst, waarop de ontvangstdatum van de aanvraag is vermeldaan de aanvrager 6. Burgemeester en Wethouders stellen de aanvra ger in de gelegenheid de aanvraag toe te lich ten Artikel 4 Medewerking van aanvrager aan on- derzoek De aanvrager en de echtgeno(o)t(e) zijn ver plicht de inlichtingen te verstrekken die voor de behandeling van de aanvraag nodig worden geacht Burgemeester en Wethouders stellen deze in lichtingen op een vastgesteld inlichtingenfor mulier Het inlichtingenformulier wordt - na aanvul ling - ondertekend door degenen die de inlich tingen verstrekken. De aanvrager en de echtgeno(o)t(e) zijn ver plicht ook medewerking te verlenen aan het verkrijgen van de op grond van artikel 17 van de Wet nodig geachte inlichtingen en aan een op grond van dat artikel nodig geacht onder zoek. De aanvrager en de echtgno(o)t(e) zijn voorts verplicht aan Burgemeester en Wethouders inza ge te verstrekken in bescheiden ter verifië ring van hetgeen op het aanvraagformulier is gesteld, tenzij die bescheiden een strikt per soonlijk karakter dragen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 640