2. Aan de huurder, van een pand, kan een bijdrage-ineens worden toege kend ter tegemoetkoming in de kosten van voorzieningen, zoals be doeld in het eerste lid. 3. De bijdrage-ineens, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid wordt slechts toegekend als het object voorkomt op het door de gemeente raad vastgestelde meerjarenplan "beeldbepalende panden" 4. De bijdrage-ineens, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, bedraagt maximaal 30% van de kosten van voorzieningen. 5. Op de kosten van voorzieningen worden in mindering gebracht de kos ten waarvoor uit hoofde van deze verordening of enige andere rege ling steun is of kan worden toegekend, alsmede de kosten die uit hoofde van een andere regeling zijn of kunnen worden gefinancierd. 6. In bijzondere gevallen kan de bijdrage-ineens op een hoger bedrag worden vastgesteld dan voortvloeit uit de toepassing van het vierde lid van dit artikel. 7. In bijzondere gevallen kunnen B W vrijstelling verlenen voor het bepaalde in lid 3- Artikel 3-3 Onder de in artikel 3.2. bedoelde kosten van de voorzieningen worden in elk geval begrepen de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van: a. de aanneemsom; b. de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen; chet honorarium van de architect en de constructeur en de kosten van het dagelijks toezicht; dde leges voor de bouwvergunning en voor enige andere vergunning die nodig zijn voor het treffen van voorzieningen; e. de verschuldigde omzetbelasting. Artikel 3*4 1Op de bijdrage-ineens ingevolge artikel 3.2, is artikel 2.5 lid "l.b.c.d. en lid 3 van overeenkomstige toepassing. 2. De bijdrage-ineens ingevolge artikel 3*2 wordt slechts toegekend wanneer het object, indien van een ingrijpende verbetering sprake is, na het treffen van de voorzieningen, in zijn geheel beschouwd, in goede bouwkundige staat zal verkeren c.q. zal voldoen aan de eisen die volgens wettelijke voorschriften aan het object moeten worden gesteld. 3. De bijdrage-ineens ingevolge artikel 3-2 wordt slechts toegekend wanneer het object na het treffen van de voorzieningen uit een oog punt van monumentenzorg aan redelijke eisen voldoet, dan wel een redelijke bijdrage levert aan het uiterlijk aanzien van het stads en dorpsgezicht. 4. In afwijking van het bepaalde in het tweede en derde lid kunnen bur gemeester en wethouders toestaan dat de voorzieningen in ten hoogste vier fasen, doch uiterlijk binnen vier jaar, worden getroffen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 682