-3-
De heer H. VAN GILS is verheugd dat zijn voorstel wordt overgenomen.
De heer VAN DER WESTERLAKEN tekent daarbij aan dat de tijdelijke sluis mag
aansluiten op de UlvenhoutselaanIn definitieve vorm moet deze naar zijn
oordeel in de kop van de Dorpstraat liggen. Een verkeerscirculatieplan is
daarbij noodzakelijk.
De heer VAN HARTEN onderstreept dat bij het intern beraad zijn fraktie ook
tot dit voorstel is gekomen. Een extra voordeel van de tijdelijke sluizen
is dat daarmee wat geschoven kan worden, een bijsturing mogelijk maken.
De VOORZITTER stelt vast dat de raad het pakket van maatregelen als tijde
lijk wil laten uitvoeren. Ook tijdelijke maatregelen vragen een zorgvuldige
voorbereiding en uitvoering. Deze moeten doordacht aangebracht worden. Het
is duidelijk dat de raad kiest voor een totale aanpak van de herinrichting.
De besluitvorming daarover zal kunnen plaatsvinden medio februari 1990. Een
totaal herinrichtingsplan vraagt een goede voorlichting en een zorgvuldige
inspraak. De reconstructie van de Ulvenhoutselaan, waaraan in het begin van
de zomer wordt begonnen, kan hier goed op aansluiten.
Nadat de raad nogmaals met klem heeft aangedrongen op een snelle uitvoering
wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot het nemen van tijdelijke
maatregelen. Het college krijgt opdracht een definitief herinrichtingsplan
voor te bereiden.
2. INGEKOMEN STUKKEN.
Bij punt G. deelt wethouder J. VAN GILS mede dat inmiddels ook goedkeuring
is ontvangen van de Begrotingen Algemene Dienst en Grondbedrijf 1990. Daar
mee is Nieuw-Ginneken een van de eerste Brabantse gemeenten met een goedge
keurde begroting 1990. Dit is een compliment waard aan degenen die aan de
opstelling daarvan hebben gewerkt.
De heer VAN HARTEN heeft kennis genomen van de opmerkingen van het accoun
tantskantoor in de onder L. ter inzage gelegde controlerapporten. Het com
mentaar en de voorgestelde maatregelen van de sector Financiën om tot funk-
tiescheiding te komen heeft hij eveneens gelezen. Deze zijn voor hem aan
leiding het college te vragen de hele administratieve organisatie eens na
te lopen op dit soort funkties. Hoewel hij niet twijfelt aan de integriteit
van de eigen ambtenaren wijst hij toch op de ernstige gevolgen waartoe dat
kan leiden. Een voorbeeld uit naaste omgeving heeft dat aangetoond.
De heer VAN HULST heeft op dit punt veel vertrouwen in de discussie die op
dit punt gevoerd wordt tussen Financiën en Openbare Werken. De resultaten
ziet hij binnen enkele maanden graag tegemoet.
Wethouder J. VAN GILS antwoordt dat voor- en nacalculatie slechts in de
helft van de gevallen door verschillende personen plaatsvindt. Datzelfde
geldt voor voorcalculatie en toezicht tijdens het werk. Er wordt nu aan een
oplossing gewerkt waarbij voorcalculatie en toezicht zoveel mogelijk kruis
lings worden ingevuld en waarbij de nacalculatie door een ambtenaar van
financiën wordt uitgevoerd. Het intern onderzoek naar die mogelijkheden
heeft even ruimte nodig.
De heer POSTHUMA is niet erg gelukkig met de gekozen oplossing om op eigen
erf te kunnen parkeren zoals die uit de stukken onder N. blijkt.