-12-
De VOORZITTER zegt ter toelichting op dit laatste dat, mocht deze vraag aan
de gemeente worden voorgelegd, de raad expliciet over de bestemming van dit
terrein behoort te beslissen.
De heer H. VAN GILS vervolgt met de mededeling dat een proef zal worden
gehouden met een gewestdag, dit ter informatie van alle kandidaat raads
leden
Als gevolg van de verdeling van de B.B.-reserves zal in januari 1990 een
bedrag van f.161.000,== op de rekening van de gemeente worden overgemaakt.
In de toekomst zullen de bijdragen van de gemeenten aan het stadsgewest
stijgen voor het in stand houden van een rampenorganisatie. Tot slot wijst
hij de raadsleden nog eens op het info-bulletin van het stadsgewest waarin
een schat aan informatie staat over het reilen en zeilen van het stadsge
west
De opdracht aan de commissie Welschen verontrust de heer VAN HARTEN zeer.
Het overleg binnen het stadsgewest over de problematiek van de afvalstof-
fenverwerking lijkt sterk op ge-jo-jo. Hij stelt daarom voor dat de gemeen
telijke afgevaardigden van Nieuw-Ginneken samen met die van Oosterhout een
motie indienen in de gewestraadsvergadering. Daarbij mag tot uitdrukking
komen dat iedere poging om de stort na 1992 open te houden grote admini
stratieve problemen met zich mee zal brengen.
De VOORZITTER antwoordt dat het standpunt van de gemeenten Breda, Nieuw-
Ginneken en Oosterhout zeer helder is. Deze gemeenten maken echter wel deel
uit van het stadsgewest. De problematiek rond de afvalstoffenverwerking is
zeer groot. Het is daarom beter dat eerst de bevindingen van de commissie
worden afgewacht.
De heer VAN HARTEN tekent daar bezwaar tegen aan. Er doen zich namelijk
afwegingsprocessen voor. Voor Nieuw-Ginneken is in 1992 de maat vol.
De VOORZITTER onderschrijft deze gedachte als het standpunt voor vandaag en
morgen
De heer VAN GESTEL geeft aan dat het z.g. puindepot van Rijkswaterstaat aan
de Woestenbergseweg is bestemd tot primair agrarisch gebied en gebied met
landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarde. Ook in het Landschaps
beleidsplan wordt in gelijke termen over dit gebied gesproken. Het gebruik
als motorcrossterrein is daar zeker niet mee in overeenstemming. Op Ooster-
houts grondgebied wordt deze sport sinds jaar en dag bedreven in het gebied
rond de Duiventoren. Concentratie van deze sport is aanbevolen.
De VOORZITTER antwoordt dat het hem bekend is dat ook Staatsbosbeheer tegen
dit soort recreatief gebruik is. Hij stelt voor de discussie over dit
onderwerp in de commissie Welzijn voort te zetten.
Onder dankzegging aan de heer H. van Gils voor diens toelichting worden de
beraadslagingen over het stadsgewest afgesloten.
16. MEDEDELINGEN.
Er zijn geen mededelingen.