NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD D.D. 10 APRIL 1990. Aanwezig de leden van de raad: de dames F.W.M. Bogmans en Mr. W.Hout-Moermond en de heren J.B.A. van Gestel, H.M.C.J. van Gils, J.H. van Gils, Drs. A. van Harten, A.T.M. van Hulst, F.L.M. Paulussen, G. Posthuma, J.A. Rops, P.H.M. Teunissen, J.C. van der Westerlaken, W.CH. Willemsen, P. van Yperen en B. Zwijnenburg; Voorzitter P.A.C.M. van der Velden; Secretaris Drs. H.W.S.M. Nuijten. De VOORZITTER opent de vergadering met het voorgeschreven gebed, heet een ieder hartelijk welkom en stelt aan de orde: 1. NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE RAAD D.D. 6 FEBRUARI EN 6 MAART 1990. De notulen van 6 februari en 6 maart 1990 worden ongewijzigd vastgesteld. 2. INGEKOMEN STUKKEN. Bij de stukken onder j. ligt tevens ter inzage een ambtelijke notitie waar in wordt voorgesteld een beperkt gebruik te maken van chemische bestrij dingsmiddelen. Mevrouw Bogmans stelt voor alle gebruik van deze middelen achterwege te laten. Haar fraktie is bereid de prijs daarvoor te betalen. Naar aanleiding van de onder i. ter inzage gelegde brief vraagt de heer VAN DER WESTERLAKEN de zorgplicht van de gemeente voor de monumenten tot uit drukking te brengen door vaststelling van een monumentenprogramma. Ten aanzien van punt j. steunt hij mevrouw Bogmans. Er zijn voldoende al ternatieven aanwezig om ook het gebruikt van "minder schadelijke" chemische middelen achterwege te laten. Op de bijgevoegde lijst van "groene" gemeen ten behoort ook Nieuw-Ginneken te komen. Op het verzoek van de Fietsersbond ENFB is door het college goed gerea geerd Wethouder VAN GILS vraagt de leden van de raad een goed onderscheid te maken tussen chemische en schadelijke middelen. Alvorens te besluiten elk gebruik van schadelijke chemische bestrijdingsmiddelen achterwege te laten, vindt hij het nodig de financiële consequenties daarvan te overzien. Hij is bereid aan de hand daarvan een discussie te houden in de commissie Openbare Werken. Intussen is het onvermijdelijk dat toch de eerste chemische midde len dit voorjaar worden toegepast. De VOORZITTER is het eens met de opmerking van de heer Van der Westerlaken dat een goed monumentenbeleid zeer gebaat is bij de vaststelling van een programma. Het is aan de frakties om bij het aantreden van de nieuwe raad de lijnen uit te zetten waarbinnen dit beleid zich kan ontwikkelen. Tevens zal de raad moeten aangeven welke middelen zij daarvoor wil uittrekken. Dat kan leiden tot spanningsvelden met andere terreinen van gemeentelijke zorg. Alle op de agenda geplaatste stukken worden voor kennisgeving aangenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 170