Artikel 4
De werkkring van de Commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Or
dening en Milieu CVROM) omvat:
1. aangelegenheden in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Orde
ning;
2. economische zaken;
3. verkeer en vervoer;
4. de regelingen met betrekking tot het bouwen;
5. ten aanzien van eigendommen:
a. het kopen, ruilen of vervreemden;
b. het huren, verhuren, in gebruik geven en bezwaren, met uitzon
dering van welzijnsaccommodaties;
c. het stichten, uitbreiden en verbouwen, met inbegrip van de re
alisering, het technisch beheer en het onderhoud van welzijns-
accomraodat ies
6. ten aanzien van wegen en plantsoenen:
a. de aanleg, verbetering en het onderhoud van wegen, straten,
pleinen, waterovergangen, parken en plantsoenen;
b. de waterafvoer, de verlichting en de beplanting van genoemde
werken;
c. de overige voorzieningen met betrekking tot bovengenoemde
werken;
7. milieuzaken, waaronder zaken met betrekking tot de afvoer en ver
werking van huisvuil en klein chemisch afval;
8. zaken met betrekking tot de aanleg en de uitbreiding van nuts-
voorz ieningen;
9. zaken met betrekking tot de aanleg en het onderhoud van het rio-
leringsnet
Artikel 5
De werkkring van de Commissie voor Welzijnszaken omvat:
1. activiteiten van maatschappelijke en sociale zorg en dienstverle
ning, waaronder gezondheidszorg en ouderenzorg;
2. educatieve activiteiten met inbegrip van het reguliere onderwijs;
3. activiteiten van ontmoeting en culturele expressie;
4. activiteiten van openluchtrecreatie en sportbeoefening;
5. het kunst- en cultuurbeleid, alsmede de monumentenzorg;
6. ten aanzien van welzijnsaccommodaties: de voorwaarden scheppende
aspecten en de verhuur;
7. jeugd- en jongerenwerk.
Artikel 6
1. Over de aan de Raad te richten voorstellen, die betrekking hebben
op de werkkring van de vaste commissies, wordt door Burgemeester
en wethouders tijdig het oordeel van die commissies gevraagd.
2. In het algemeen wordt het oordeel van de commissies middels een
tijdens een commissievergadering vast te stellen advies gegeven.
Burgemeester en wethouders hebben evenwel de bevoegdheid om in
aangelegenheden van ondergeschikte aard, de leden van een commis
sie buiten haar vergaderingen schriftelijk te raadplegen.