NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD D.D. 22 MEI 1990.
Aanwezig de leden van de raad:
mevrouw F.W.M. Bogmans en de heren C.A. BastiaanssenM.L.
Garcia, C.G. M. Geerts, J.B.A. van Gestel, H.M.C.J. van Gils,
Drs. A. van Harten, F.L.M. Paulussen, G. Posthuma, J.A. Rops,
J.C. van der Westerlaken, W.CH. Willemsen, P. van Yperen en
B. Zwijnenburg;
Afwezig J.H. van Gils;
Voorzitter P.A.C.M. van der Velden;
Secretaris Drs. H.W.S.M. Nuijten.
1OPENING.
De VOORZITTER opent de vergadering met het voorgeschreven gebed, heet een
ieder hartelijk welkom, deelt mede dat bericht van verhindering is ont
vangen van de heer J.H. van Gils wegens verblijf in het buitenland en stelt
aan de orde
2. NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD D.D. 10 APRIL 1990.
De heer VAN DER WESTERLAKEN attendeert op een typefout op pagina 1U, 15e
regel, het woord "pens" moet daar worden vervangen door "pels".
Met inachtneming van deze correctie worden de notulen vastgesteld.
3- INGEKOMEN STUKKEN.
Ten aanzien van de ingekomen stukken onder I. maakt de heer H. VAN GILS een
drietal opmerkingen. Uit de garantiebesluiten onder e. blijkt dat zowel op
18 april als op 8 mei aan dezelfde persoon garantie is verleend. Uit de
stukken bij f. blijkt dat Gedeputeerde Staten vragen om het toesturen van
bewijsstukken. Spreker vraagt welke stukken dat betreft. In het verslag
onder j. worden uitsluitend voornamen gebruikt. Daaruit blijkt een goede
verstandhouding binnen die commissie maar voor de raadsleden is niet duide
lijk wie er wordt bedoeld.
De VOORZITTER zal laten nagaan waarom tweemaal een besluit is genomen over
garantieverlening aan dezelfde persoon en hetzelfde perceel. (In het tweede
besluit wordt een hoger bedrag gegarandeerd en gelden iets andere voorwaar
den). De bewijsstukken waarnaar door Gedeputeerde Staten wordt gevraagd
betreft de afkondiging van beide goedgekeurde bestemmingsplannen. Aan de
betreffende bestuurscommissie zal verzocht worden bij de verslaglegging
duidelijk aan te geven welke personen worden bedoeld.
De stukken onder I worden voor kennisgeving aangenomen. De stukken onder II
worden voor kennisgeving aangenomen en ter afhandeling in handen van het
college gesteld. De stukken onder III worden ter voorbereiding van een
voorstel in handen van het college gesteld.
