-li- Wethouder ROPS antwoordt dat het college zich, bij de vraag of al dan niet tot het stichten van een tweede openbare basisschool zal worden overgegaan, uitsluitend zal laten leiden door de wettelijk voorgeschreven criteria. De twee belangrijkste zijn dat de school bij aanvang 80 leerlingen moet tellen en de prognose dat dit aantal over een periode van 15 jaar gehandhaafd kan blijven. Aanvankelijk is ook het college geschrokken van het bedrag dat voor een behoefteonderzoek nodig is. Overleg daarover met de Inspecteur voor het Basisonderwijs heeft uitgewezen dat aan een gedegen onderzoek al les is gelegen. Het college mag niet het verwijt treffen dat het onderzoek niet goed is uitgevoerd. Daarom ook richt het onderzoek zich alleen op de wens van openbaar onderwijs. Voor een mondeling onderzoek is gekozen omdat de respons daarvan groter zal zijn, een niet begrepen vraag kan dan her haald of toegelicht worden. Het Plan van Scholen moet voor 1 oktober vast gesteld worden. Rekening houdend met de verwerking van de enquêtegegevens is daarom haast geboden. Daarin is ook de reden gelegen dat op voorhand een begeleidingscommissie is geformeerd. Samen met het eerder genoemde argument van objectiviteit ligt daarin de verklaring voor de hoogte van het bedrag. De heer GEERTS verlangt meer zekerheid dat aan alle wettelijke voorwaarden wordt voldaan voordat een onderzoek wordt ingesteld. De heer H. VAN GILS kan ondanks de argumenten van de wethouder maar weinig waardering opbrengen voor het feit dat vooruitlopend op besluitvorming in de raad een begeleidingscommissie is geformeerd. Hij vraagt in het vervolg het besluit van de raad af te wachten Wethouder ROPS zegt toe in het vervolg eerst de besluitvorming in de raad af te wachten. Het getalscriterium is het enige criterium waaraan moet wor den voldaan. Wordt daaraan voldaan dan zullen ook Gedeputeerde Staten en de Minister instemmen. De gemeente is alleen verantwoordelijk voor het open baar onderwijs, andere vormen van onderwijs worden daarom niet onderzocht. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorge steld 7 VOORSTEL TOT HET HONOREREN VAN HET VERZOEK VAN HET KERKBESTUUR BAVEL TENEINDE EEN BOUWTECHNISCHE RESTAURATIE VAN DE KERK IN BAVEL MOGELIJK TE MAKEN. Namens zijn fraktie gaat de heer VAN HARTEN graag akkoord met dit voorstel De kerk van Bavel is een belangwekkend monument voor de hele gemeenschap van Nieuw-GinnekenHet getuigt daarom van wijsheid zowel bij het kerkbe stuur als bij het gemeentebestuur de bouwtechnische restauratie daarvan in hoog tempo te willen uitvoeren. Spreiding over een tiental jaren geeft het effect van groot onderhoud. Voorfinanciering is nodig omdat de rijkssubsi die slechts over een reeks van jaren beschikbaar zal komen. Een andere mo gelijkheid geeft de Tijdelijke regeling instandhouding beschermde kerkge bouwen. De voorzitter wordt uitgenodigd zijn invloed aan te wenden om die regeling op het kerkgebouw van Bavel van toepassing te doen zijn. Als dat zou leiden tot het beschikbaar komen van middelen over een langere termijn dan stemt zijn fraktie bij voorbaat in met voorfinanciering. Er wordt in het voorstel nog een derde mogelijkheid aangegeven waardoor het kerkbestuur minder behoefte zou kunnen hebben aan voorfinanciering. Met name het ver werven van middelen uit de verkoop van gronden of andere onroerende goede ren. Spreker vraagt terughoudendheid bij het college en deze mogelijkheid niet rechtstreeks bij de voorfinanciering te betrekken. De inkomsten uit de hier bedoelde goederen zijn tevens bestemd voor het instandhouden van de parochiële organisatie. Een kerk zonder herder vormt een dood ornament.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 242