De VOORZITTER onderschrijft dat een goed inzicht in hetgeen nog verwacht moet worden van belang is omdat dit consequenties kan hebben voor andere prioriteiten op het terrein van de stads- en dorpsvernieuwing. Daarover zal met het kerkbestuur gesproken worden Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorge steld De VOORZITTER schorst de vergadering voor een korte koffiepauze. Na heropening van de vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde: 8. VOORSTEL TOT HET VERHOGEN VAN HET GEMEENTELIJK SUBSIDIEPERCENTAGE IN HET ONDERHOUD VAN MOLENS. De heer H. VAN GILS is van mening dat, als gevolg van een wijziging in de subsidiegrondslag van de provincie, de gemeente niet op voorhand hoeft te besluiten de gemeentelijke subsidie te verhogen. De grondslag is veranderd van een vaste in een variabelewelke is gekoppeld aan het aantal omwente lingen, daarmee het aantal draai-uren stimulerend. Wanneer op termijn mocht blijken dat door deze wijziging de staat van onderhoud van de molens in de gemeente Nieuw-Ginneken in gevaar komt dan is de V.V.D.-fraktie bereid een aanvullende subsidie te verlenen. De heer VAN YPEREN is niet tegen dit voorstel maar hij vraagt zich daarbij wel af of een molen, welke door een horecaondernemer wordt geëxploiteerd, op f. 750,== zit te wachten. De heer VAN DER WESTERLAKEN is van mening dat de provinciale draaipremie op jaarbasis lager uitvalt dan de provinciale subsidie voor onderhoud zoals die in het verleden werd toegekend. Als men deze molens draaiende wil hou den zal dat extra onderhoud tot gevolg hebben. Het in stand houden van belangwekkende monumenten vraag nu eenmaal extra offers dat wordt opnieuw aangetoond De VOORZITTER antwoordt dat voor het succesvol exploiteren van een horeca- onderneming niet noodzakelijk is dat de daarbij behorende molen ook voor 100% onderhouden wordt en dat er gedraaid wordt. Het particulier exploite ren van molens is nog nauwelijks rendabel. Landelijk gezien worden er heel wat stichtingen in het leven geroepen ter behoud van bepaalde molens. Waar dit in onze gemeente nog op particulier initiatief berust mag daar best een vorm van waardering tegenover staan. Het college meent met dit voorstel een passende vorm gevonden te hebben voor de twee molens in Nieuw-Ginneken. Uit de stukken, welke bij dit agendapunt ter inzage liggen, blijkt dat de ex ploitatie van die molens onder grote druk staat. Een kleine bijdrage, als gevolg van de gewijzigde subsidiëring door de provincie, is in dat opzicht zeker verantwoord De gegeven antwoorden hebben de heren VAN YPEREN en H. VAN GILS niet tot andere gedachten kunnen brengen. De VOORZITTER benadrukt nogmaals dat het onderhoud van de molens los gezien moet worden van het exploiteren van een deel daarvan binnen een commerciële aktiviteit. De financiële gegevens van de andere molenaar tonen duidelijk aan dat het draaiende houden van een molen grote offers vraagt. Wat extra steun is daarbij broodnodig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 244