te wijzen waar de nachtverlichting verbetering behoeft, b.v. het fietsers
tunneltje in de GeersbroeksewegEen goede voorlichting kan ook bijdragen
aan eigen initiatieven van de burger meer inbraakpreventieve maatregelen te
treffen op eigen terrein. Een vergelijking met de gemeente Breda, waar in
middels besloten zou zijn de openbare verlichting de hele nacht te laten
branden, gaat ook niet op vanwege de grote verschillen in type bebouwing.
Alle verkiezingsprogramma's schenken veel aandacht aan de sociale veilig
heid en in het collegeprogramma ligt een zekere opdracht aan het college
opgesloten. Zoals hiervoor aangegeven zal dit echter vanuit een selectieve
benadering van de problematiek moeten gebeuren.
De VOORZITTER antwoordt dat het college vanuit overwegingen van sociale
veiligheid en openbare orde tot dit voorstel is gekomen. Aan deze raadsver
gadering is een uitgebreide behandeling in de commissie vooraf gegaan. Ook
daarbij is duidelijk de wens naar voren gekomen voorshands niet verder te
gaan dan het laten branden van de openbare verlichting tot 01.00 uur en
daarna terugschakelen op 60^. Juist omdat een direkt verband tussen het in
braakrisico en het de hele nacht laten branden van de openbare verlichting
nog niet is aangetoond, is het als proef interessant te zien hoe dit risico
zich binnen een proefperiode van één jaar ontwikkelt. Het landelijk in
braakrisico ligt op 1.92, voor West Brabant is dat 2,21 en Nieuw-Ginneken
neemt met 3»3 na Breda en Tilburg binnen de regio een oneervolle 3e plaats
in. Buurgemeenten als Baarle-Nassau en Chaam staan op de 17e en 29e plaats.
Er zijn in de afgelopen jaren een aantal preventieprojekten succesvol van
start gegaan. In dat kader wordt voor de vakantieperiode nog een folder met
preventietips bij de bevolking thuis bezorgd. Het aantal woninginbraken
vraagt grote bestuurlijke en justitiële aandacht. Daarnaast moet de politie
door de beperkte bezetting echter ook prioriteiten stellen. Natuurlijk
heeft het college ook aandacht voor uitbreiding van de verlichting in het
buitengebied, daarvan zijn voorbeelden te noemen. Het college doet een be
roep op de raad een duidelijke start te maken en daarbij aan te sluiten bij
het gedrag van buurgemeente Breda. Daar is besloten voor een proefperiode
van één jaar de openbare verlichting de hele nacht te laten branden. Wan
neer de raad zich echter in meerderheid daartegen blijft verzetten wil het
college graag voorstellen de openbare verlichting tenminste tot 01.00 uur
te laten branden om vervolgens terug te schakelen op 60$.
De heer VAN YPEREN omschrijft dit voorstel als een ad hoe beslissing. Hij
had liever gezien dat het college met een totaalplan voor de sociale vei
ligheid was gekomen en daarbij kon aangeven wat de verschillende onderdelen
moeten kosten
De heer H. VAN GILS is de mening toegedaan dat een vergelijking van het in
braakrisico in Nieuw-Ginneken met dat van Chaam, Baarle-Nassau of het lan
delijk gemiddelde mank gaat. Er ligt naar zijn oordeel een duidelijke rela
tie tussen de nabijheid van de grote stad Breda en het type bebouwing zoals
dat in Nieuw-Ginneken veel voorkomt. Het de hele nacht laten branden van de
openbare verlichting zal daar maar weinig invloed op hebben. Hij voelt
daarom veel meer voor een totaalplan waarbij ook aandacht besteed zal moe
ten worden aan de begroeïng in de omgeving van lichtpunten. Zijn keuze valt
op plan B en het ontwikkelen van een totaalplan
De heer POSTHUMA blijft van mening dat er voor het hoge inbraakrisico in de
gemeente Nieuw-Ginneken tal van redenen zijn aan te wijzen, het type bebou
wing is er daar één van. De invloed van de openbare verlichting daarop is
naar zijn mening maar beperkt. Het zou interessant zijn te weten hoe het
inbraakrisico van Nieuw-Ginneken zich verhoudt tot dat van Bredase wijken
als Montensbos of Ruitersbos. Spreker blijft tegen dit voorstel.