c»
9
-2-
Artikel 2.
1. Deze verordening is van toepassing op alle gemeentelijke persoons
registraties, met uitzondering van de in artikel 2 van de wet ver
melde
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is de verordening
ook van toepassing op de gemeentelijke basisadministratie persoons
gegevens
Hoofdstuk 2. Houderschap en toezicht.
Artikel 3.
1. Burgemeester en wethouders zijn houder van de gemeentelijke per
soonsregistraties, met uitzondering van de in het tweede lid be
doelde persoonsregistraties.
2. De burgemeester is houder van de persoonsregistraties die zijn aan
gelegd ten dienste van de taken van de burgemeester.
Artikel 4.
1. De houder neemt de besluiten op grond van de artikelen 5, leden 1
en 2, 11 en 13 slechts na verkregen advies van de Commissie voor
Algemene bestuurlijke aangelegenheden en Middelen.
2. Indien het besluit afwijkt van een door de meerderheid van de com
missie uitgebracht advies, wordt het besluit terstond ter kennis
van de raad gebracht, met daarbijgevoegd het advies van de commis
sie
Hoofdstuk 3. Het reglement.
Artikel 5.
1. De houder stelt voor zijn persoonsregistraties, niet zijnde per
soonsregistraties als bedoeld in artikel 22 van de wet, een regle
ment vast.
2. De houder kan voor andere persoonsregistraties dan bedoeld in het
eerste lid een reglement vaststellen.
Artikel 6.
1. In aanvulling op de wettelijke voorschriften betreffende de gemeen
telijke basisadministratie persoonsgegevens bevat het reglement
voor de gemeentelijk basisadministratie een duidelijke regeling
van
a. welke personen of categorieën van personen binnen de gemeente
rechtstreeks toegang hebben tot de basisadministratie en tot
welke gegevens;
b. aan welke personen en organisatie-onderdelen binnen de gemeente
systematisch gegevens worden verstrekt;
c. welke gegevens aan de onder b. bedoelde personen en organisatie
onderdelen kunnen worden verstrekt;