Artikel 2 WPR luidt:
1. Deze wet is niet van toepassing op:
a. persoonsregistraties die naar hun aard voor persoonlijk of huiselijk
gebruik bestemd zijn;
b. persoonsregistraties die uitsluitend ten dienste staan van de open
bare informatievoorziening door pers, radio of televisie;
c. boeken en andere schriftelijke publikaties, alsmede catalogiseringen
daarvan
d. persoonsregistraties die berusten in een archiefbewaarplaats als be
doeld in de Archiefwet 1962 (Stb. 313).
2. Deze wet is niet van toepassing op openbare registers die bij de wet
zijn ingesteld.
3. Deze wet is niet van toepassing op:
a. persoonsregistraties gehouden bij of ten behoeve van de inlich
tingen en veiligheidsdiensten, bedoeld in de Wet op de inlichtingen
en veiligheidsdiensten;
b. persoonsregistraties aangelegd ten dienste van de uitvoering van de
politietaak, omschreven in artikel 28 van de Politiewet (Stb. 1957,
244)
Artikel 2
Dit artikel neemt artikel 2 van de wet als uitgangspunt voor de be
schrijving van het toepassingsbereik van de verordening.
Met deze verordening wordt beoogd om de organisatie en het toezicht op
alle gemeentelijke persoonsregistraties te stroomlijnen. Daarom is
overwogen om naast de gemeentelijke basisadministratie ook de politie
registers onder het bereik van de verordening te brengen. Omdat de Wet
op de politieregisters een van de WPR afwijkende regeling voor politie
registers bevat, is echter van onderbrenging bij deze verordening op
regeltechnische gronden afgezien.
Om de gemeentelijke basisadministratie van persoonsgegevens, zoals deze
op basis van de Wet GBA in 1991 geautomatiseerd vorm zal krijgen,
onder de werking van de verordening te laten vallen is het tweede lid
van artikel 2 opgenomen. Dit was nodig omdat bij de invoering van de
GBA-wet deze laatste wet van de werking van de WPR zal worden uitgeslo
ten door uitbreiding van artikel 2, lid 3, WPR.
Totdat de Wet GBA in werking treedt zal voor de bevolkingsadministratie
het Besluit bevolkingsboekhouding van toepassing blijven. Via een AMvB
ex artikel 54, lid 4 WPR is bepaald dat de WPR niet van toepassing zal
zijn op de bevolkingsadministratie.
Hoofdstuk 2
Artikel 3
De zeggenschap over gemeentelijke persoonsregistraties wordt in begin
sel opgedragen aan burgemeester en wethouders.