Wethouder VAN DER WESTERLAKEN antwoordt dat het hier gaat om de keuze van de verkeersafwikkeling in De Bunder. Gedeputeerde Staten zijn van mening dat deze via de Lange Bunder dient plaats te vinden. Het college zal een aanvullende studie naar de verkeersintensiteit laten verrichten om vervol gens met de daaruit voortvloeiende mogelijkheden in het plan rekening te houden. De resultaten daarvan zullen eerst aan de commissie en vervolgens aan G.S. worden voorgelegd. De heer J. VAN GILS vraagt wat het college op dit moment gaat ondernemen tegen de feiten genoemd in het bezwaarschrift bedoeld onder t. De heer WILLEMSEN wil weten op welke wijze de zaken genoemd onder t. en u. afgewerkt zullen worden en op welke termijn. De heer GARCIA constateert dat, zowel bij de bouw van de centrumvoorziening als bij de verbouw van de voormalige Mariaschool, op belangrijke punten is afgeweken van het oorspronkelijke bestek. Spreker is van mening dat deze wijzigingen in het bestek opnieuw ter inzage hadden moeten liggen. Hij vraagt daarom het college aan de familie Schoenmakers uiteen te zetten waarom van het oorspronkelijke bestek is afgeweken. Wethouder VAN DER WESTERLAKEN antwoordt dat hij deze ontwikkeling niet van meet af aan als wethouder heeft kunnen volgen. Wel is hij van mening dat iedere Nederlander zich aan de wet dient te houden. In het onderhavige geval betekent dit dat Hofbouwmij. conform bestek moet bouwen. Nu de afwijking van de bouwvergunning reeds heeft plaatsgevonden zal het college zich beraden op verdere stappen. De VOORZITTER stelt voor stuk 1. ter voorbereiding van een besluit in handen van het college te stellen. De heer J. VAN GILS heeft in de stukken gevonden dat Rijkswaterstaat reeds op 4 mei een pakket van maatregelen heeft aangebodenwaarom moet het dan zolang duren voordat het wordt vastgesteld. Wethouder VAN DER WESTERLAKEN antwoordt dat de benodigde adviezen van de Milieudienst Breda nog niet zijn ontvangen. De op de agenda geplaatste stukken worden voor kennisgeving aangenomen, respectievelijk in handen van het college gesteld zoals op de agenda is aangegeven 4. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE "REGELING STADSGEWEST BREDA 1990". Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 5. VOORSTEL TOT AANWIJZING VAN EEN LID VOOR HET ALGEMEEN BESTUUR VAN HET STREEKARCHIVARIAAT IN DE KRING OOSTERHOUT. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 6. VOORSTEL TOT AANWIJZING VAN EEN LID EN EEN PLAATSVERVANGEND LID VOOR HET ALGEMEEN BESTUUR VAN HET I .Z .A NOORD-BRABANT.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 306