-6- 12. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET WONINGBOUWPROGRAMMA 1991-1995. De heer J. VAN GILS heeft uit de krant vernomen dat een vergadering van de R.P.C. is uitgesteld omdat een aantal gemeenten niet accoord was met het aantal woningen dat ingevolge de voorgestelde verdeling van contingenten gebouwd zou mogen worden. Tot zijn verwondering miste hij daarbij Nieuw- Ginneken, juist op een moment dat steun van andere gemeenten wordt verkre gen. Dit zou gebaseerd zijn op de overweging dat het richtgetal voor 1991 toereikend is. Spreker vraagt zich af of de richtgetallen voor de jaren 92 tot 95 ook toereikend zijn. In dat verband zou hij graag een overzicht ont vangen van de richtgetallen voor de afgelopen jaren en de aantallen werke lijk gerealiseerde woningen. De heer H.VAN GILS wijst erop dat het aantal woningzoekenden aanzienlijk hoger is dan de richtgetallen voor de eerstkomende vijf jaren aangeven. Hij pleit er daarom voor dat alles in het werk wordt gesteld om een groter bouwvolume te verkrijgen en kan alleen accoord gaan met vaststelling van dit woningbouwprogramma als zijnde een minimum programma. De heer VAN HARTEN is teleurgesteld in de uitkomst van het regionaal over leg. Er is sprake van een sterk dalende trent in de richtgetallen voor de komende jaren. Het opmerkelijke daarbij is dat dit voor andere gemeenten niet in die mate opgaat. Dit verwondert hem destemeer daar uit de stukken blijkt dat Nieuw-Ginneken een relatief hoge woningbezetting kent en dat daarin de groep jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jarigen relatief hoog vertegenwoordigd is. Daarmee wordt de noodzaak aangetoond dat dit minimum pakket op termijn op een hoger getal gebracht moet worden. Wethouder ZWIJNENBURG is eveneens teleurgesteld over het aantal woningen dat voor de komende jaren wordt toegewezen. Hij wil daarom de vraag beant woorden hoe men tot die cijfers is gekomen. De Provincie constateert in haar prognose een dalende woningbehoefteHet aantal woningen wordt toege kend naar de groeiklasse van de gemeente Nieuw-Ginneken is ingedeeld in groeiklasse vijf. De regionale volkshuisvestingscommissie moet aan de hand van die criteria het aantal toegewezen woningen over de deelnemende gemeen ten verdelen. Uitgangspunten zijn onder andere de groeiklasse waarin de ge meente is ingedeeld, de bewoningsdichtheidhet migratiecijfer en de poten tiële bevolkingsgroei gerelateerd aan het aantal 5 tot 20 jarigen. Die for mule heeft deze cijfers tot gevolg gehad. Bezwaar maken heeft direkt gevol gen voor de overige gemeenten in dezelfde groeiklasse. Het is daarom goed om de gebruikte methodiek te evalueren. Het uitstel van de R.V.C. commissie vond zijn oorzaak in het late moment waarop de stukken voor de vergadering beschikbaar warenEr heeft toen wel ambtelijk overleg plaatsgevonden en het overleg van portefeuillehouders is met 14 dagen uitgesteld. Het is juist dat het aantal geregistreerde aanvragen voor bouwgrond en premie koopwoningen de richtgetallen voor de komende jaren overschrijdt. Per 1 juli bedraagt dat aantal 412. De groep starters en de groep personen die een woningwetwoning verlaat om een premiewoning te bouwen is daarin sterk vertegenwoordigd. De dalende trent in de richtgetallen dateert overigens reeds van 1988. Voor 1991 geldt het aantal woningen van 59 als een absoluut getal, binnen de categorieën zijn overigens wel verschuivingen mogelijk. De heer VAN GESTEL was bij de betreffende commissievergadering als toehoor der aanwezig. Wethouder Zwijnenburg heeft toen niet gezegd dat de toegewe zen contingenten voor de komende jaren toereikend zullen zijn. Hij betreurt dat het geheugen van de heer van Yperen op dat punt tekortschiet. De heer VAN YPEREN geeft als reactie hierop dat tijdens de bewuste vergade ring van ambtelijke zijde, namens de wethouder, cijfers zijn genoemd die niet overeenstemmen met de werkelijke woningbehoefte. Nieuw-Ginneken neemt wat dat betreft een bijzondere plaats in binnen het stadsgewest. Al jaren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 310