-9-
Aansluitend komt het plan opnieuw in de commissie om vervolgens aan de raad
te worden voorgelegd.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda en
aanvullend door het college is voorgesteld.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor een korte koffiepauze.
De VOORZITTER heropent de vergadering en stelt aan de orde
14. VOORSTEL TOT VERKOOP VAN HET PAND KLEIN WOLFSLAAR 11 EN EEN PERCEEL
GROND AAN KLEIN WOLFSLAAR AAN DE HEER EN MEVROUW KRAMER-VAN DER VEEKEN.
De heer VAN YPEREN stelt dat tijdens de commissievergadering is gebleken
dat er een salomonsoordeel nodig is om in deze kwestie tot een bevredigende
oplossing te komen. Hij vraagt of nog is onderzocht of door sloop van het
bestaande pand en nieuwbouw op een andere plaats tot een bevredigende op
lossing voor de beide families kan worden gekomen.
De heer H.VAN GILS kan gezien de toezeggingen in het verleden accoord gaan
met het voorstel. Hij is echter wel van mening dat, gezien de eigendomsver
houdingen van de omliggende terreinen, verkoop aan de familie Boeren logi
scher was geweest.
De heer POSTHUMA onderschrijft het beleid dat eigendommen, welke niet voor
de publieke dienst bestemd zijn, kunnen worden verkocht. Wanneer dat echter
op termein tot problemen kan leiden moet daarvan worden afgezien. In deze
situatie zou het logischer zijn dat wordt verkocht aan de huidige bewoner
omdat sprake is van een zeker recht tot bewoning. Dat recht geldt niet voor
mevrouw Kramer-van der Veeken omdat het geen overdraagbaar recht is. Het is
daarom beter de huidige situatie te handhaven en niet tot verkoop van de
woning over te gaan
De heer VAN HARTEN stemt volledig in met de uitgangspunten zoals de heer
Posthuma deze naar voren heeft gebracht. Ook zijn fractie is er voorstander
van de huidige situatie te handhaven. In dat verband wordt door hem gewezen
op de brief van het college aan de familie Kramer, waarin wordt gesteld dat
het college bereid is tot verkoop onder voorbehoud van instemming van de
gemeenteraad. Hij vraagt of in gemoede verwachtingen zijn gewekt met be
trekking tot de verkoop zonder voorbehoud; kon de familie er van uitgaan
dat aan hen verkocht zou worden of geldt dat hier de wens de vader van de
gedachten is geweest.
Wethouder ZWIJNENBURG antwoordt dat tijdens de commissievergadering meerde
re voorstellen zijn besproken. Daarom hebben nog gesprekken plaats gevonden
met beide betrokken families, maar die hebben niet tot een oplossing mogen
leiden. Zowel verkoop van de huidige bebouwing als nieuwbouw even verderop
op hetzelfde perceel, brengt problemen met zich mee ten aanzien van de hin
derwetvergunning voor de bedrijfsvoering van de familie Boeren. Bij nieuw
bouw in het buitengebied voor niet agrarische bewoning ontstaan tevens pro
blemen ten aanzien van het bestemmingsplan en het toezicht daarop door de
provincie. Ook elders in het buitengebied kan de gemeente geen oplossing
bieden. De fracties van de heren Posthuma en van Harten geven aan dat een
algemeen beleid niet tot dogma verheven moet worden en verbinden daaraan de
voorkeur de huidige situatie te handhaven, waarbij het recht van bewoning
voor de huidige bewoners wordt gegarandeerd. Rest de vraag of in gemoede de
verwachting is gewekt dat aan de schoonzoon verkocht zou wordenIngevolge
de gemeentewet besluit de raad over aan en verkoop van onroerende