-13- 23. MEDEDELINGEN. Er zijn geen mededelingen. 24. RONDVRAAG EN SLUITING. De heer GEERTS merkt op dat zijns inziens een strikte toepassing van het Reglement van Orde niet altijd gewenst is. Een evaluatie op dit punt is ge wenst. Hij vraagt of inmiddels bekend is welke de beweegredenen voor de ge meente Prinsenbeek zijn om de samenwerkingsovereenkomst met de regionale commissie Stichting Gecoördineerd Welzijn Ouderen op te zeggen. Voorts wil hij een duidelijk inzicht in de status van de Vrouwen Advies Commissie, met name op het punt waar deze commissie om advies zal worden gevraagd. De VOORZITTER herhaalt de eerder door hem uitgesproken bereidheid om met de fraktievoorzitters van gedachten te wisselen over de bruikbaarheid van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Waar nodig kan dit aangepast worden. Spreker is geen voorstander van uitbreiding van het aantal termijnen van twee naar drie. Wethouder ROPS antwoordt dat hij aan de centrumgemeente, Baarle-Nassau, heeft gevraagd om een schriftelijke opgaaf van redenen door de gemeente Prinsenbeek. Die reaktie is nog niet ontvangen. De V.A.C. is ontstaan uit een particulier initiatief van een aantal dames met een zeker politiek en gagement. Zij fungeert als adviescommissie bij o.a. sociale woningbouw. Het is voor de heer GEERTS een onbegrijpelijke zaak dat een particuliere initiatiefgroep zichzelf officieel kan laten installeren en daarbij de sta tus van adviesorgaan weet te verwerven. De VOORZITTER zet uiteen dat het gemeentebestuur met tal van groeperingen uit de samenleving overleg voert over onderwerpen die hen specifiek aan gaan. De V.A.C. mag representatief geacht worden voor de vrouwenbeweging binnen onze gemeente. Zij dient zich aan als gesprekspartner op het brede terrein van de volkshuisvesting. In tal van gemeenten en ook buiten onze landsgrenzen funktioneren dit soort overlegstructuren. De VOORZITTER zal de heer Geerts een brochure daarover doen toekomen Uit de besluitenlijst van het college is het de heer J. VAN GILS bekend dat het college voornemens is aan de heer Burema vergunning te verlenen voor de bouw van een woning nabij zijn paardenfokkerij aan de Lijndonkseweg. Hij adviseert het college geen vrijstelling van het bestemmingsplan ter plaatse te verlenen omdat deze activiteit nauwelijks thuishoort in die omgeving. Daarnaast vraagt hij meer inzicht in de beweegredenen van het college om soms wel en dan weer niet vrijstelling te verlenen van de Winkelsluitings wet op zondag. De VOORZITTER antwoordt dat, het oude college, in het geval van Breda Paard wel ontheffing heeft verleend omdat de verkoopactiviteiten daarbij onderge schikt zijn aan het totale gebeuren. In het geval van de jaarmarkt welke door ULVO wordt georganiseerd ligt die verhouding andersom. Bovendien wordt daarmee door ondernemers van buiten de gemeente concurrentie aangedaan aan de plaatselijke middenstand. In overleg is daarom voor de zaterdag gekozen. Inmiddels is gebleken dat dit tot teleurstellende resultaten heeft geleid. Het college is bereid daarover van gedachten te wisselen. Eerst met ULVO en later met de raad in de commissie ABAM.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 317