GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN Raadsvergadering 25 september 1990 Onderwerp Voorstel ter uitvoering van de Monumentenwet 1988. Agenda Nr8 Klass.nr. -1.853.3 Ulvenhout11 september 1990 Aan de Raad De overname van rijkstaken door de lagere overheden in het kader van de decentralisatie- en dereguleringsgedachte, wordt door de rijksoverheid in toenemende mate gepropageerd. Slechts te sluiten bestuursakkoorden tussen de diverse overheidsinstanties over met name de daarvoor beschik baar komende rijksmiddelen, vormen een drempel om deze gedachten nog nadrukkelijker uit te bouwen. Wel is de afgelopen jaren overeenstemming bereikt om onderdelen van de monumentenzorg in handen te geven van de gemeentebesturen De Wet op de stads- en dorpsvernieuwing maakt het sinds 1985 mogelijk dat de gemeente subsidie verleent voor de restauratie van beeldbepalende panden én monumenten. In 1986 is daar het gemeentelijk meerjarenprogram ma met bijbehorende budgetreservering op basis van de Rijkssubsidierege ling restauratie monumenten bijgekomen. Tot slot is ter afronding van verantwoordelijkheden van monumentenzorg de Monumentenwet 1961 vervangen door de per 1 januari 1989 in werking getreden "Monumentenwet 1988" Monumentenwet 1988 Kende de wet van 1961 een volledig centraal gericht instrumentarium, in de nieuwe situatie wordt van de gemeentebesturen een actieve rol ver wacht bij het opzetten, uitwerken en doorvoeren van een beleid ter be scherming van de rijksmonumenten. Een belangrijke verandering betreft de overgang van de bevoegdheid van de minister om vergunning te verlenen voor de wijziging van rijksmonu menten naar het college van burgemeester en wethouders. Deze wettelijke overdracht is gebonden aan één voorwaarde, namelijk de vaststelling van een gemeentelijke monumentenverordening, waarin de advisering over de vergunningverlening door een deskundige commissie is geregeld. Zolang er geen gemeentelijke verordening is die aan de eisen van de Monumenten wet voldoet, is een overgangsbepaling van kracht die de minister bevoegd verklaart over vergunningaanvragen te beslissen. Na vaststelling van de gemeentelijke monumentenverordening is aan burge meester en wethouders de belangrijkste rol toebedacht in de zorg voor rijks- en gemeentelijke monumenten. In deze zorg zal de monumentencom missie voortdurend stand-by moeten zijn. Immers vanaf het moment van vaststelling van de monumentenverordening worden verzoeken tot restaura tie, verbouw of sloop op gemeentelijk nivo afgedaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 336