2. Burgemeester en wethouders doen een voordracht, waarbij rekening
wordt gehouden met de binding van de kandidaten met op het terrrein
van de monumentenzorg actieve particuliere instellingen en met hun
deskundigheid
3. Burgemeester en wethouders benoemen een ambtelijk secretaris en
kunnen adviseurs aanwijzen.
4. De leden van de monumentencommissie worden benoemd voor een periode
van vier jaren. Deze periode loopt gelijk met een zittingsperiode
van de raad. De leden van de commissie zijn onmiddellijk herbenoem
baar
5. Een lid, dat ter vervulling van een - anders dan ten gevolge van
een periodieke aftreding - opengevallen plaats wordt benoemd,
treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is be
noemd moest aftreden
6. Een lidmaatschap vervalt bij het niet langer bekleden van de func
tie waarin de benoeming heeft plaatsgevonden
7. De commissie beraadslaagt in het openbaar.
8. Voor het overige is de "Verordening, regelende de taak, de samen
stelling, de bevoegdheden en de werkwijze van de vaste commissies
van advies en bijstand aan Burgemeester en wethouders", vastgesteld
bij raadsbesluit van 9 mei 1990, van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 3 BESCHERMDE GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
Paragraaf 1. De plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst
Irtikel 4
1. Burgemeester en wethouders kunnen, al dan niet op verzoek van be
langhebbenden, besluiten onroerende monumenten als beschermd ge
meentelijk monument op de gemeentelijke monumentenlijst te plaat
sen
2. Burgemeester en wethouders besluiten eerst dan over plaatsing van
onroerende monumenten op de gemeentelijke monumentenlijst, nadat de
monumentencommissie en de eigenaar zijn gehoord. In spoedeisende
gevallen kunnen zij hiervan afwijken. Dat besluit vermeldt de reden
hiervan
3. Burgemeester en wethouders nemen met betrekking tot kerkelijke mo
numenten geen beslissing tot plaatsing op de gemeentelijke monu
mentenlijst dan na overleg met de eigenaar.
4. Burgemeester en wethouders doen binnen twee maanden nadat de monu
mentencommissie is gehoord, schriftelijk mededeling van het besluit
zoals genoemd in lid 2 aan degenen die als eigenaren en anderszins
zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan, aan de
ingeschreven hypothecaire schuldeisers en, indien om aanwijzing is
verzocht, aan de verzoeker. Bij overschrijding van de termijn wor
den burgemeester en wethouders geacht niet tot plaatsing op de ge
meentelijke monumentenlijst te hebben besloten.
5. Burgemeester en wethouders maken de plaatsing op de gemeentelijke
monumentenlijst op de in de gemeente gebruikelijke wijze bekend.
m
-2-