-3-
6. De gemeentelijke monumentenlijst geeft de plaatselijke aanduiding aan, de
kadastrale aanduiding, de tenaamstelling en een beschrijving van het
monument
7. Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve of op verzoek van belang
hebbenden in de gemeentelijke monumentenlijst wijzigingen aanbrengen.
Indien de wijziging naar het oordeel van burgemeester en wethouders van
ondergeschikte betekenis is of indien de wijziging betreft het doorhalen
van de inschrijving van een monument dat is teniet gegaan, blijft over
eenkomstige toepassing van artikel 4, leden 2 en 3> achterwege.
8. Monumenten die zijn ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 6
van de Monumentenwet 1988 of die zijn geplaatst op een lijst van monumen
ten op grond van een monumentenverordening van de provincie Noord-Brabant
worden door burgemeester en wethouders niet op de gemeentelijke monumen
tenlijst geplaatst.
9. Monumenten, die na plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst worden
ingeschreven in het monumentenregister als bedoeld in artikel 6 van de
Monumentenwet 1988, worden geacht niet meer op de gemeentelijke monumen
tenlijst te zijn geplaatst.
Artikel 5
De gemeentelijke monumentenlijst ligt ter gemeentesecretarie voor een ieder
ter inzage.
Paragraaf 2. Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeente
lijke monumenten.
Artikel 6
1. Het is verboden een beschermd gemeentelijk monument te beschadigen, te
vernielen of af te breken.
2. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders of in
strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorschriften:
a. een beschermd gemeentelijk monument af te breken, te verplaatsen of in
enig opzicht te wijzigen;
b. een beschermd gemeentelijk monument te herstellen of te gebruiken op
een wijze, waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
Artikel 7
1. Een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 6 moet schriftelijk wor
den ingediend bij burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders
stellen het model van een formulier vast dat hiertoe moet worden ingevuld
en zij bepalen welke bijlagen daarbij vervolgens nog moeten worden overge
legd
2. Indien blijkt dat de aanvrager niet de verlangde gegevens zoals bedoeld in
lid 1 heeft overgelegd stellen burgemeester en wethouders de aanvrager
binnen een maand na ontvangst van de aanvraag in de gelegenheid alsnog
binnen veertien dagen de door hen aan te geven ontbrekende gegevens over
te leggen.