Artikelsgewijze toelichting Monumentenverordening Nieuw-Ginneken 1990
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Deze verordening verstaat onder:
1monumenten
a. alle zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun
betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde;
b. terreinen, die van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken als
bedoeld onder a.
Toelichting lid 1
Bij de omschrijving van monument is aansluiting gezocht bij de omschrijving in
de Monumentenwet
Het begrip volkskundige waarde in die omschrijving is vervangen door cultuur
historische waarde. Cultuurhistorische waarde is volgens de memorie van toe
lichting op de Monumentenwet de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde,
gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in
de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk op dat gebied heeft gemaakt.
De omschrijving van zaken en gebieden met een geschiedkundige waarde is ver
vallen. Het begrip cultuurhistorische waarde is dermate ruim dat het ook be
trekking kan hebben op zaken en gebieden met een geschiedkundige waarde.
De onder b bedoelde terreinen kunnen bij voorbeeld parken, tuinen en een per
ceel met een of meer bomen zijn. Het is niet vereist dat op het terrein ook
een bouwkundig monument voorkomt alvorens over een monument kan worden gespro
ken. "Zaken" is immers een veel ruimer begrip.
De vijftig jaar grens die voor rijksmonumenten geldt, is niet voor gemeente
lijke monumenten overgenomen. Daardoor biedt de verordening ook de mogelijk
heid monumenten die (nog) niet op de rijkslijst kunnen komen omdat ze te jong
zijn, op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen.
Archeologisch waardevolle terreinen zijn onder de werking van de verordening
te brengen. Artikel 1 sluit dat niet uit.
2. gemeentelijke monumentenlijst:
de lijst waarop zijn vermeld de overeenkomstig deze verordening beschermde
monumenten
3. beschermde gemeentelijke monumenten:
onroerende monumenten, die overeenkomstig de bepalingen van deze verorde
ning op de gemeentelijke monumentenlijst zijn geplaatst.
Toelichting lid 3
De verordening voorziet, overeenkomstig de Monumentenwet, alleen in de be
scherming van onroerende monumenten en niet in die van roerende monumenten
Bij roerende monumenten gaat het in de regel om vaartuigen en voertuigen, maar
ook andere zaken, zoals bijvoorbeeld schilderijen, kerkschatten en gebruiks
voorwerpen kunnen eronder vallen.