-2- Juridisch gezien is bescherming van roerende monumenten via de monumentenver ordening mogelijk. De monumentenverordening is een verordening ingevolge arti kel 168 van de gemeentewet; de gemeente is derhalve vrij om regelingen op het gebied van de monumentenzorg te treffen voor zover deze niet in strijd komen met de Monumentenwet 1988. Het effectueren van de bescherming van roerende monumenten roept echter nog wel wat vragen op. Voor het gehele land geldt de Wet tot behoud van het cultuurbezit, waarmee het teloorgaan van voorwerpen van bijzondere cultuurhistorische waarde voor Nederland is te voorkomen. Voor de gemeente is het mogelijk door middel van aanvullende regelgeving het verdwij nen van cultuurhistorische voorwerpen die op de gemeentelijke roerende monu mentenlijst staan buiten de gemeentegrenzen te voorkomen. Aan de handhaving van zo'n regel zijn wat praktische problemen verbonden. De meeste roerende goederen zijn nogal makkelijk te vervoeren en daardoor ongemerkt over de ge meentegrens en daarmee buiten de werking van de verordening te brengen. 4. beschermde rijksmonumenten: onroerende monumenten, die zijn ingeschreven in het ingevolge de Monumen tenwet 1988 vastgestelde register. Toelichting lid 4 Het is nodig een begripsomschrijving van beschermde rijksmonumenten in de ge meentelijke monumentenverordening op te nemen. Deze verordening is een voor waarde voor het verkrijgen door burgemeesters en wethouders van de bevoegdheid vergunningen voor de wijziging en sloop van beschermde rijksmonumenten te ver lenen. Op de vergunningverlening voor beschermde rijksmonumenten zijn met name de artikelen 11 t/m 21 van de Monumentenwet van toepassing. 5. kerkelijke monumenten: onroerende monumenten, die eigendom zijn van een kerkgenootschap, kerkelij ke gemeente of parochie of van een kerkelijke instelling en die uitsluitend of voor een overwegend deel worden gebruikt voor de uitoefening van de ere dienst Toelichting lid 5 Ingeval van aanwijzing van een kerkelijk monument tot beschermd gemeentelijk monument is overleg tussen de eigenaar en de gemeente nodig (artikel 4, lid 3) Is er sprake van een vergunning voor het gemeentelijke of rijksbe- schermde kerkelijke monument dan is overeenstemming tussen eigenaar en vergun ningverlener nodig (artikel 8). Overleg en overeenstemming betreffen de wezen lijke belangen van de godsdienstuitoefening in het kerkelijke monument. Voor bij voorbeeld een pastorie, een catechesatieruimte of verblijven van klooster lingen geldt deze verbijzondering voor kerkelijke monumenten in de regel dan ook niet. Zij vallen onder de voorschriften die voor de andere monumenten gel den 6. monumentencommissie: de door de raad ingestelde commissie of aangewezen instantie, met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988 en deze verordening. Toelichting lid 6 De taken van de monumentencommissie strekken zich uit over de monumentenveror dening en de Monumentenwet. Door de monumentencommissie in deze begripsom schrijving bevoegd te verklaren over de toepassing van de Monumentenwet te ad viseren aan burgemeester en wethouders is voldaan aan het vereiste van artikel 15 van de Monumentenwet 1988, te weten:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 347