-4-
8. Voor het overige is de "Verordening, regelende de taak, de samenstelling,
de bevoegdheden en de werkwijze van de vaste commissies van advies en bij
stand aan burgemeester en wethouders", vastgesteld bij raadsbesluit van 9
mei 1990, van overeenkomstige toepassing.
Toelichting artikel 3
De Monumentenwet bevat geen voorschriften over de wijze waarop de monumenten
commissie moet functioneren of moet zijn samengesteld. Omdat de wet over een
commissie spreekt zullen dus minimaal twee leden in de commissie zitting moe
ten hebben. Voor het overige vormen de bepalingen die de gemeentewet bevat
over commissies dan ook de basis voor de verordening die taken, samenstelling
en werkwijze regelt. De monumentencommissie is aan te merken als een vaste
commissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders waarop artikel
62, lid 2, van de gemeentewet van toepassing is. De verordening d.d. 9 mei
1990 op de vaste commissies van advies en bijstand aan burgemeester en wethou
ders is voor het overige van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 3 BESCHERMDE GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
Paragraaf 1. De plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst
Artikel 4
1. Burgemeester en wethouders kunnen, al dan niet op verzoek van belanghebben
den, besluiten onroerende monumenten als beschermd gemeentelijk monument te
plaatsen op de gemeentelijke monumentenlijst.
Toelichting lid 1
Het besluit tot plaatsing is een discretionaire bevoegdheid van burgemeester
en wethouders. Na afweging van alle betrokken belangen kan tot plaatsing wor
den besloten. De afweging van de belangen van de rechthebbende ten opzichte
van de te beschermen monumentale waarden moet uitdrukkelijk gemotiveerd in het
besluit naar voren komen (de redengeving). Het besluit tot plaatsing geeft
geen recht op schadevergoeding. Het besluit verandert immers niets aan het ge
bruik van het monument. Ook al is een zaak of een terrein een monument in de
zin van artikel 1, lid 1 van deze verordening, dan wil dat nog niet zeggen dat
burgemeester en wethouders moeten besluiten tot plaatsing op de gemeentelijke
monumentenlij st
2. Burgemeester en wethouders besluiten eerst dan over plaatsing van onroeren
de monumenten op de gemeentelijke monumentenlijst, nadat de monumentencom
missie en de eigenaar zijn gehoord. In spoedeisende gevallen kunnen zij
hiervan afwijken. Dat besluit vermeldt de reden hiervan.
Toelichting lid 2
Burgemeester en wethouders moeten het advies inwinnen van de monumentencommis
sie. De verordening bindt het advies niet aan bepaalde voorschriften over vorm
en inhoud. De verordening, regelende de taak en werkwijze van de monumenten
commissie is daarvoor de aangewezen plaats.