Daaraan inherent is dat heel zorgvuldig en weloverwogen moet worden voorbe
reid. En dat vooral door degene die opgeleid is om professioneel leiding te
kunnen geven aan de nieuwe school en aan het nieuw te vormen team.
Een start van de school per 1 augustus a.s. is, mede gelet op al datgene
dat pas na binnenkomst van het officieel bericht tot daadwerkelijke opname
op het plan van scholen kan geschieden, te vroeg. Bij al datgene rekent
spreker ook de benoeming van een schoolleider die pas ver in de tweede
helft van 1991 zal kunnen plaatsvinden. Het is ook daarom dat het grootste
deel van zijn fractie zijn instemming aan het voorstel geeft onder de con
ditie dat het eerste jaar van bekostiging gesteld wordt op 1 augustus 1992.
Een en ander wordt tot uitdrukking gebracht in een motie die hij graag wil
overhandigen
Die motie heeft de volgende inhoud:
"De raad van de gemeente Nieuw-Ginnekenin vergadering bijeen op 25 sep
tember 1990;
Gelet op het voorstel tot het doen opnemen van een openbare school in Bavel
in het plan van scholen voor de periode 1991 tot 1994;
Overwegend dat de vervolgprocedure na het uitvoeren van het onderzoek naar
de behoefte van openbaar onderwijs in Bavel, gelet op het tijdstip van het
beschikbaar komen van de onderzoeksresultaten ten behoeve van de publieke
discussie en het tijdstip van 1 oktober waarvoor de beslissing tot opname
op het plan van scholen moet zijn genomen, in een dusdaning tempo is afge
rond dat van een werkelijk effectieve voorbereiding voor een start van de
openbare school in Bavel op 1 augustus a.s. geen sprake kan zijn;
Besluit
Het in het voorstel genoemde tijdstip van datum van bekostiging te bepalen
op 1 augustus 1992."
Dat impliceert dat op basis van dit voorstel, het besluit gewijzigd zal
worden in 1 augustus 1992.
De heer POSTHUMA wijst erop dat de Grondwet de rechtsgelijkheid van open
baar en bijzonder onderwijs garandeert. Aan de gemeente is in dat kader op
gedragen om te voorzien in voldoende gelegenheid tot het volgen van open
baar onderwijs in een genoegzaam aantal scholen. De financiering van het
onderwijs en de bewaking van de kwaliteit van het onderwijs zijn niet aan
de gemeente opgedragen. Dit geconstateerd hebbend kan worden vastgesteld
dat veel argumenten die gebruikt zijn tegen de opname van een openbare
basisschool in Bavel op het plan van scholen, absoluut niet ter zake doende
zijn. Dus dientengevolge eigenlijk niet waard zijn om te worden bestreden.
Niettemin, een aantal argumenten geldig of niet, wordt zo hardnekkig keer
op keer aangevoerd dat spreker er toch op in wil gaan
Neem op de eerste plaats dat aantal van 83 leerlingen bij de start van de
school. Van verschillende kanten wordt betwijfeld of dat aantal zal worden
gehaald. Spreker wil daarbij opmerken dat waar de wet spreekt over aantal
len leerlingen die vereist zijn om een school te stichten, de wet niet
vraagt om een garantie. De wet ook niet vraagt om daadwerkelijke inschrij
ving maar dat de wet uitsluitend vraagt om aannemelijk te maken dat een be
paald aantal leerlingen de school zal bezoeken. Het onderzoek komt aan die
eis overduidelijk tegemoet. Uit telefonische informatie bij het S.V.B.O. is
gebleken dat in het merendeel van de door hun onderzochte situaties het
aantal feitelijk ingeschreven leerlingen, na stichting van de school, over
eenstemde met het onderzoek wat zij voordien gepleegd hadden. Er was 1 uit
zondering en die uitzondering betrof een situatie waarbij de school was ge
plaatst op een zeer nadelige lokatie. Dan kijkt spreker even met een schuin
oog naar de heer Van Harten ,de nabijheid speelt wel degelijk een rol. Hij
komt daar overigens op terug want hij denkt niet dat dit argument gehan
teerd mag worden op de manier waarop de heer Van Harten het