daarnet gedaan heeft. In de discussie fixeert men zich overigens bij voort
during op dat aantal van 83 leerlingen bij stichting. Spreker vindt dat wat
kinderachtig. Iedereen die het onderzoeksrapport heeft gelezen weet dat de
school in het tweede jaar 96 leerlingen zal hebben. Vervolgens via 110 in
het derde jaar, 129 in het vierde jaar, snel zal doorgroeien naar 150 en
uiteindelijk 170 leerlingen. Hij denkt dus dat de discussie op basis van
aantallen maar liever niet gevoerd moet worden. Eén meer of één minder is
in dit kader niet zo interessant. Ook aan het criterium dat de school gedu
rende 15 jaar moet kunnen blijven bestaan wordt ruimschoots voldaan.
Er is ook veel gezegd over de kwaliteit. Dat is niet in de eerste plaats de
verantwoordelijkheid van de gemeente maar die van de onderwijsinspectie. De
kwaliteit is in de eerste plaats de zorg van het bevoegd gezag. Daarin ge
controleerd, als het gaat om een externe instantie, door de onderwijsin
spectie. Er wordt, als het gaat om kwaliteit, vaak gewezen op de mogelijke
vermindering van de kwaliteit bij het bijzonder onderwijs in BavelDe
stichting van een openbare school zal ongetwijfeld consequenties hebben
voor het katholiek onderwijs in Bavel. Het aantal leerlingen blijft daar
echter op een zodanig niveau dat die kwaliteit naar zijn mening daardoor
niet zal worden geschaad. Voor wat betreft de Klokkebei verwijst spreker
naar de brief van de bestuurscommissie. De vrees voor kwaliteitsverlies
bestaat in die kringen niet. Uit het onderzoek blijkt dat slechts 1 ouder
overweegt om zijn of haar kind, wellicht kinderen, over te plaatsen naar
Bavel. Daarbij komt dan gelukkig ook nog dat er in Ulvenhout weer wordt
gebouwd, wat mogelijkheden schept zowel voor het bijzonder als voor het
openbaar onderwijs aldaar.
Dan met betrekking tot de kwaliteit van het rapport "Schaal en kwaliteit
van het basisonderwijs." Opdracht aan de projectgroep behelsde overigens
slechts het onderwijs in stedelijke gebieden. In hoeverre dat rapport zal
worden overgenomen en zal worden vertaald in beleid is op dit ogenblik ab
soluut nog niet te overzien. De minister heeft in ieder geval zelf al wat
afstand genomen en duidelijk gemaakt dat zeker voor kleinere kernen andere
criteria zullen gelden. Al met al zullen we voorlopig gewoon te maken heb
ben met de bestaande wetgeving en zullen we ons daaraan moeten houden.
Nog een opmerking over de kosten. Het is evident dat drie scholen duurder
zijn dan twee. Om daaruit de conclusie te trekken dat de openbare school
duur is, is onzin. Het gaat hier om de kosten van een onderwijsstelsel
waarvoor we met elkaar gekozen hebben. Een stelsel waarbinnen openbaar en
bijzonder onderwijs gelijk berechtigd zijn en waarbinnen ze als zodanig
naast elkaar kunnen bestaan. Dat stelsel vraagt financiële offers. Wie
vindt dat die offers niet gerechtvaardigd zijn en het stelsel wil wijzigen,
die dient zich te melden in Den Haag. De politieke beslissing daarover gaat
de competentie van deze raad ver te boven.
Tot slot enkele woorden over eventueel uitstel. In feite heeft de wetgever
de tijdsplanning vastgelegd. Voor 1 februari dienen G.S. te beslissen maar
met een beetje geluk weet de raad het eerder. Als het college met dezelfde
inzet waarmee tot nu toe aan het onderzoek is gewerkt aan de stichting van
de school zal werken, dan meent spreker dat een en ander op een kwalitatief
verantwoord niveau tijdig zal kunnen lukken. Als er zich dan al problemen
voordoen, zullen die wel worden opgelost door inzet en creativiteit maar
zeker niet door uitstel. Sprekend over uistel ontkomt hij er niet aan om de
zojuist door het C.D.A. ingediende motie in zijn betoog te betrekken. Wat
is gezegd over uitstel en over het oplossen van problemen geldt ook voor
datgene wat de heer Van Harten daarnet heeft gezegd. Natuurlijk vragen
zaken als een schoolwerkplan en alles wat daarmee te maken heeft grote aan
dacht en een grote inzet van alle betrokkenen; vooral van de professionals
ter zake. Spreker denkt dat de in deze tijdsplanning daartoe beschikbare
tijd voldoende kan zijn. Overigens vraagt hij zich af in welk stadium die
professionals bij de zaak betrokken zouden kunnen worden als de raad even
tueel tot uitstel zou besluiten en een school niet in 1991 maar in 1992 zou
stichten