een schoolwerkplan opgesteld worden. Theoretisch kan daarbij gestreefd wor
den naar een bekostigingsdatum van 1 augustus 1991. Als dit allemaal op een
rijtje staat moet worden afgevraagd of een praktische invulling daarvan
niet beter een jaar later kan plaatsvinden. Er is een grondwettelijk recht
van vrijheid van onderwijs. Het collegeprogramma voor de jaren 1990 - 1994
draagt daarvoor een nadrukkelijke oplossing aan. Het is daarom onjuist nu
nog kwaliteitseisen en kostenoverwegingen in de besluitvorming te betrek
ken. Het college wil in goed overleg met alle betrokkenen, waaronder het
bijzonder onderwijs, uitvoering geven aan het hiervoor geschetste traject.
Ingaande op de verschillende vragen stelt wethouder ROPS dat de kwaliteit
van het onderwijs wordt gewaarborgd door het opleidingsniveau van de leer
krachten, door de inspectie op het onderwijs, door het schoolwerkplan en
tenslotte door een goed management. De wethouder wil het van een praktische
uitvoering van de te volgen procedures laten afhangen of de school op 1
augustus 1991 danwel op 1 augustus 1992 van start zal gaan. Waar moet het
college de gelden vandaan halen, die in het kader van de voorbereiding
nodig zijn, ingeval als jaar van bekostiging wordt gekozen voor 1 augustus
1992. Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs waarvan in deze
vergadering sprake is geweest betreft stedelijke gebieden. De wethouder
trekt in twijfel of de conclussies die in dat rapport worden getrokken wel
van toepassing verklaard kunnen worden voor Nieuw-GinnekenDe politiek in
Den Haag respectievelijk Den Bosch zal wel uitmaken welke de omvang van
basisscholen op het platteland moet zijn. De prognose van het aantal leer
lingen voor de nieuw te stichten openbare basisschool in Bavel loopt van 83
in het eerste jaar, via 96 in het tweede jaar, op naar 177. Dat is van 16
naar 26$ van alle leerlingen. De twijfelaars zijn bij het bijzonder onder
wijs geteld. Aan het getalscriterium zal zeker worden voldaan. Na het jaar
2008 zal voor alle scholen een daling intreden. Naar huidige inzichten zal
de openbare basisschool dan uitkomen op 124 leerlingen, wat een aanvaard
baar aantal is voor het geven van goed onderwijs. Bij de tot nu toe gevolg
de procedure heeft het college in goed overleg met het bijzonder schoolbe
stuur kunnen werken. Het college wenst dat op dezelfde wijze voort te zet
ten. De door de heer Van Gestel gesignaleerde negatieve benadering van het
bijzonder schoolbestuur in het rapport van de V.N.G. wordt door de wethou
der tegengesproken. Ook wordt door hem tegengesproken dat het college als
plaats van vestiging voor De Bunder heeft gekozen.
De heer VAN GESTEL geeft aan dat dit de algemene verwachting is in Bavel
Wethouder ROPS antwoordt dat het college zelfs nog niet gesproken heeft
over een plaats van vestiging.
De VOORZITTER zet nog uiteen dat bij de bekostiging sprake is van een ge
richte financiering. De rijksvergoeding is vooraf bekend en wordt vastge
steld aan de hand van de Londo-normenDe gebouwafhankelijke kosten zijn
mede afhandelijk van het vloeroppervlak dat in gebruik is. Bij leegstand
van lokalen drukt dat extra op het budget van een school. Het college stelt
zich op het standpunt dat de te maken kosten van meet af aan voor vergoe
ding in aanmerking gebracht moeten kunnen worden. Om die reden lijkt het
verstandiger als jaar van bekostiging 1991 aan te wijzen. De praktijk zal
uitwijzen of 1 augustus 1991 haalbaar is.
De heer J. VAN GILS vraagt of de korting op de Londo-normen, bij leegstand
van lokalen, ook geldt voor de stichtings- en inrichtingskosten. Volgens de
prognoses zal in het jaar 2008 40$ van de schoolgebouwen leeg staan.
De VOORZITTER antwoordt dat de korting vooral te maken heeft met een ander
gebruik van de lokalen. Daarom ook is het van belang om in gezamenlijk