overleg tot een goed beheer van de beschikbare gebouwen te komen. Enige
vorm van integratie mag niet worden uitgesloten.
Door de heer J. VAN GILS daarnaar gevraagd antwoordt wethouder ROPS dat af
hankelijk van een snel verloop van de procedure per 1 augustus 1991 gestart
kan worden met de nieuwe openbare basisschool in BavelAls die procedure
vertraging oploopt dan zal om praktische redenen gekozen moeten worden voor
1 augustus 1992.
Namens het C.D.A. verklaart de heer VAN HARTEN dat op basis van het gehou
den onderzoek wordt geconcludeerd dat er voor Bavel een voldoende aantal
leerlingen voor openbaar onderwijs geprognostiseerd is. Hoewel het C.D.A.
andere principes voorstaat, wordt deze keuzevrijheid erkend. In de context
daarvan zijn wel enkele kanttekeningen geplaatst. Het voorstel wordt daarom
benaderd zoals het voorligt, zonder daarin de kwaliteit en de kosten in al
zijn aspecten te betrekken. Mede gelet op de voorbereidingstijd en de ver
antwoordelijkheid van de raad, als bevoegd gezag, voor de kwaliteit van het
onderwijs wordt voorgesteld het jaar van bekostiging op 1 augustus 1992 te
stellen. Als vooruitlopende daarop een directeur voor de school wordt aan
getrokken dan zal de gemeente Nieuw-Ginneken de kosten daarvan moeten dra
gen. Anderzijds kan een benoeming ook in een vroeg stadium plaatsvinden.
Overigens kan de raad bij het opnemen van een school in het plan van scho
len aangeven in welk jaar van de planperiode de bekostiging een aanvang zal
nemen. De eerder ingediende motie blijft gehandhaafd.
De heer POSTHUMA gaat in op de twijfels welke zijn geuit over de motieven
waarom voor openbaar onderwijs wordt gekozen. Met name het argument van
nabijheid zou niet zuiver zijn. Bij gelijkberechtiging tussen openbaar en
bijzonder onderwijs moet ook de afstand tot de school vergelijkbaar kunnen
zijn. Nu is aangetoond dat er een voldoende aantal leerlingen voor openbaar
onderwijs aanwezig is heeft uitstel geen zin; 1 augustus 1991 is haalbaar.
De heer VAN HARTEN verklaart dat het C.D.A. pricipiëel staat voor gelijkbe
rechtiging tussen bijzonder en openbaar onderwijs. Waar een pricipiële keu
ze wordt gemaakt voor openbaar onderwijs moet men bereid zijn daar iets
voor over te hebben. Daarom heeft hij de vergelijking getrokken met de her
vormde streekschool in Chaam.
Het gaat de heer POSTHUMA te ver te veronderstellen dat de mensen in Bavel
die nu kiezen voor openbaar onderwijs maar hun kinderen niet naar Ulvenhout
sturen voor het volgen van dat onderwijs, daar niets voor over zouden heb
ben. Spreker is van mening dat nu loyaal uitvoering moet worden gegeven aan
de resultaten van het onderzoek. Hij is ook van mening dat leegstand moet
worden voorkomen maar 18 jaar vooruitkijken vindt hij op dit moment te ver.
Ook op termijn blijft het mogelijk gebouwen die leeg komen te staan op an
dere wijze te benutten. In de discussies rond dit onderwerp wordt buiten
deze raad soms beluisterd dat de voorkeur voor openbaar onderwijs zou
voortkomen uit bezwaren tegen het bestaande bijzonder onderwijs. De
P.v.d.A. vindt dat niet alleen niet fair ten opzichte van het bijzonder
onderwijs maar het roept ook twijfels op ten aanzien van de integriteit van
de ouders die nu voor openbaar onderwijs kiezen. Hij spreekt de hoop uit
dat binnen niet al te lange termijn op een goede manier zal worden samenge
werkt tussen alle basisscholen in Bavel.
De heer GEERTS gaat akkoord met de principiële benadering van dit onder
werp. Zijn fractie komt ook op voor realiteitszin. De praktijk zal aantonen
dat openbaar onderwijs in Bavel in 1991 niet haalbaar is. Als iets niet
haalbaar is moet je het de mensen ook niet voorhouden. De voorwaarden waar
aan moet worden voldaan zijn in eerste termijn voldoende aangegeven. Zijn
fractie is geen voorstander van samenwerking tussen bijzonder en openbaar
onderwijs