Wel vindt zij het noodzakelijk dat wordt samengewerkt bij het opstellen van
een gebouwenplan. Waar spreker zich aan gestoord heeft is de wijze waarop
wethouder Rops het getalscriterium heeft gehanteerd.
Wethouder ROPS is van mening dat er een goed onderzoek heeft plaatsgevon
den. De conclussies daaruit zijn duidelijk. In het collegeprogramma staat
vermeld dat wanneer de behoefte aan openbaar onderwijs wordt aangetoond
zo'n school op het plan van scholen zal worden gezet. Als hij er de pro
gramma's van de diverse partijen op naleest dan treft hij daarin hetzelfde
aan. Hij vraagt daarom een ondubbelzinnig antwoord op de vraag of men daar
aan wil meewerken, ja dan nee. Met het ingediende amandement heeft hij geen
moeite mits dat wordt veranderd in die zin dat het jaar van bekostiging
wordt gesteld vóór 1 augustus 1992.
De VOORZITTER brengt eerst in stemming het amendement, ingediend door de
heer Van Harten, waarbij het tijdstip van bekostiging wordt bepaald op 1
augustus 1992.
Vóór het amendement spreken zich uit de heren Geerts, J.van Gils, Van
Yperen, BastiaanssenWillemsen, Van Harten en Zwijnenburg. Daartegen
mevrouw Bogmans en de heren H. van Gils, Paulussen, Posthuma, Garcia, Van
Gestel, Van der Westerlaken en Rops. Het amandement is verworpen.
Vervolgens brengt de VOORZITTER in stemming het voorstel van het college.
Vóór het voorstel van het college spreken zich uit mevrouw Bogmans en de
heren H. van Gils, Paulussen, Posthuma, Garcia, Bastiaanssen, Willemsen,
Van der Westerlaken, Rops en Zwijnenburg. Tegen het voorstel spreken zich
uit de heren Geerts, J. van Gils, Van Yperen, Van Harten en Van Gestel.
Het voorstel van het college is aanvaard met 10 stemmen vóór en 5 stemmen
tegen
Alvorens de vergadering te schorsen vraagt de VOORZITTER de aanwezigen op
de publieke tribune geen blijken van instemming danwel van afkeuring te
laten blijken.