8. VOORSTEL TER UITVOERING VAN DE MONUMENTENWET 1988
De heer VAN YPEREN vraagt hoe het college kan ingrijpen als een pand niet
in de staat wordt gehouden als hier bedoeld. Hij vraagt dit naar aanleiding
van het wit schilderen van het beeld bepalende pand naast het Kloostertje
te UIvenhout
Wethouder VAN DER WESTERLAKEN antwoordt dat burgemeeester en wethouders een
aantal middelen ten dienste staan om een pand in zijn authentieke staat te
behouden. Een daarvan is bestuursdwang. Het college bepaalt de tijd waar
binnen de voorgeschreven voorzieningen getroffen moeten worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorge
steld
9. VOORSTEL OM IN TE STEMMEN MET HET SLUITEN VAN EEN BESTUURSACCOORD INTE
GRAAL WATERBEHEER IN HET CHAAMSE BEKENGEBIED
De Chaamse Beek is met 6 andere beken door Rijk en Provincie aangewezen als
ecologisch waardevol gebied. De heer VAN GESTEL vraagt zich af of het wel
juist is dat de gemeente extra moet gaan betalen voor het instandhouden
c.q. verbeteren van de ecologische waarde van die Chaamse Beek. Met de
doelstelling is hij het wel eens. Hij kan zich ook nog vinden in de extra
inspanning voor het aanleggen van rioolwateroverstortenTen aanzien van de
financiële bijdrage is hij echter van mening dat beter gewacht kan worden
op de nieuwe waterschapswet. Als de gemeente nu al gaat bijdragen dan is
het raadzaam zich te beperken tot die oevers welke nog een ecologische
waarde hebben. De morfologie van de beek is vanaf de bebouwing van Ulven-
hout vrijwel teniet gedaan.
De P.V.D.A. realiseert zich dat de gemeente vroeg of laat zal moeten bij
dragen aan de instandhouding van de ecologische waarde van de Chaamse Beek.
Zonder een blanco cheque af te geven stemt mevrouw BOGMANS in met dit voor
stel
Ook de heer PAULUSSEN wil de gemeentelijke bijdrage graag beperkt zien tot
de nog overgebleven ecologische oevers. Daarnaast informeert hij welke ver
deelsleutel van de kosten tussen het Hoogheemraadschap West-Brabant, het
Waterschap de Boven Mark en de Gemeente Nieuw-Ginneken gehanteerd zal wor
den.
De heer GARCIA gaat accoord met het aangaan van een inspanningsverplich
ting. Hij zou graag zien dat zodra meer inzicht bestaat in de financiële
consequenties van dit bestuursaccoord het college deze aan de raad voor
legt.
De VOORZITTER antwoordt dat de gemeente met dit bestuursaccoord alleen een
inspanningsverplichting aangaatDe hoogte van die bijdrage moet nog nader
bepaald worden. Zodra daarin inzicht bestaat zal dat aan de raad worden
voorgelegd
Wethouder VAN DER WESTERLAKEN antwoordt dat de hoogte van de gemeentelijke
bijdrage tevens zal afhangen van de mate waarin de rioolwateroverstorten
zullen bijdragen aan de vervuiling van de beek. Dat moet nog onderzocht
worden, vandaar dat er een P.M. post in het bestuursaccoord is opgenomen.