-24-
16. INFORMATIE STADSGEWEST BREDA.
Er heeft geen vergadering van de stadsgewestraad plaatsgevonden en daar
naast zijn er geen mededelingen betreffende het stadsgewest.
17. MEDEDELINGEN.
18. RONDVRAAG EN SLUITING.
De heer GEERTS vraagt aandacht voor het aanvullen van de stukken tijdens de
periode dat deze ter inzage liggen.
De VOORZITTER antwoordt dat het niet altijd te voorkomen is dat agendados
siers nog worden aangevuld. Als raadsleden stukken missen kunnen ze dat
kenbaar maken aan de gemeentesecretaris
De heer J.VAN GILS vraagt wanneer het pakket van gevelmaatregelen voor wo
ningen langs Rijksweg 58 en Strijbeekseweg vastgesteld kan worden. Er ligt
een toezegging voor het voorjaar van 1990. Met onregelmatige tussenpozen
ontvangen de raadsleden de besluitenlijsten van B.en W. Het is spreker ge
bleken dat slechts 40% van de besproken agenda ter kennis van de raad wordt
gebracht. Hem interesseert de andere 60%.
De VOORZITTER antwoordt dat in het kader van de voorlichtingsnota enkele
maanden geleden besloten is tot het publiceren van de besluiten die daar
voor in aanmerking komen. In de plaatselijke bladen worden de verleende
bouw- en hinderwetvergunningen gepubliceerd. De overige besluiten, voor
zover die voor bekendmaking aan de raadsleden geschikt bevonden worden,
worden op de besluitenlijst vermeld.
De heer J.VAN GILS vraagt een nadere toelichting op het besluit van het
college om de subsidieverordening niet te wijzigen maar te handelen zoals
door wethouder Rops aan de Bonden van Ouderen is toegezegd. Tot slot wil
hij weten waarom de kindgerichte accommodatie te Bavel niet op de plaats
wordt gebouwd die daarvoor oorspronkelijk was aangewezen. Waarom heeft het
college daarvan in de raadsvergadering van 3 juli geen melding gemaakt?
Wethouder VAN DER WESTERLAKEN antwoordt dat voorstellen voor het vaststel
len van gevelmaatregelen in de volgende raadsvergadering worden aangeboden
De VOORZITTER zegt toe dat hierover in de commissie V.R.O.M. een nadere
toelichting zal worden gegeven.
Wethouder ROPS antwoordt dat het college bij de subsidieverlening aan de
Bonden van Ouderen in het vervolg genoegen neemt met een verslag van de in
het afgelopen jaar gehouden activiteiten. Een activiteitenplan wordt niet
meer geëist. In de commissie Welzijn zal daarover verder van gedachten wor
den gewisseld.
De VOORZITTER antwoordt dat de kindgerichte accommodatie een aantal meters
verder op het beschikbare perceel wordt gerealiseerd dan aanvankelijk ge
pland. Dat komt ten goede aan de ligging ten opzichte van de basisschool en
ten opzichte van het pad dat daar ligt.